Wil je graag een betere fotograaf worden? Zorg dan dat je de belangrijkste camera-instellingen onder de knie krijgt: diafragma, sluitertijd en ISO. Als je weet wat deze begrippen betekenen én welke invloed ze op je foto hebben, kun je echt creatief aan de slag met fotografie. Op deze pagina vind je veel informatie over camera-instellingen, met links naar uitgebreide artikelen vol praktische tips.
Hi, ik ben Laura Vink! En met Vink Academy heb ik het mijn missie gemaakt om jou te helpen bij het maken van mooiere foto’s. Of je nu fotografeert met Nikon, Canon, Sony, Olympus of met je smartphone: iedereen heeft altijd te maken met de instellingen van diafragma, sluitertijd en ISO. Op deze pagina heb ik ze daarom zo simpel mogelijk uitgelegd. Gebruik de inhoudsopgave om snel naar één specifieke camera-instelling te springen of neem rustig het hele artikel door.
Inhoudsopgave
Helemaal zelf je spiegelreflex- of systeemcamera instellen? Precies leren welke instellingen je nodig hebt in welke situaties?
Dat en nog veel meer leer je in de online cursus Nooit Meer Op De Automatische Stand Fotograferen. Volg deze uitgebreide cursus in je eigen tijd en eigen tempo.
Alles over diafragma
Wat is diafragma?
Diafragma is één van de belangrijkste begrippen in de fotografie. Diafragma is de licht-opening van je lens. Met deze opening bepaal je hoeveel licht er op de sensor van je camera valt. Als je hiermee speelt, verandert de scherptediepte in je foto. Wil je bijvoorbeeld een portret maken met een wazige achtergrond? Dan moet je weten hoe je je diafragma instelt. Het diafragma wordt aangegeven met een getal, van f/1.8 tot f/32. Hoe lager het getal, hoe groter de opening van je lens. In het artikel Wat is diafragma vertel ik alles over diafragma, diafragmagetallen en het creëren van scherptediepte.
Diafragma en scherptediepte
Vind jij foto’s met een wazige achtergrond ook zo mooi, bijvoorbeeld bij portretten of natuurdetails? Logisch, want als je onderwerp scherp is en de rest van de foto wazig, krijgt je onderwerp alle aandacht. Heel belangrijk voor een sterk beeld! We noemen dit een foto met weinig scherptediepte. Scherptediepte is een term die je vaak tegenkomt in de fotografie. Wat is scherptediepte dan precies? Dat is het gebied dat scherp op de foto staat. Foto’s van landschappen hebben vaak veel scherptediepte: alles op de foto is scherp. Foto’s van mensen hebben juist weinig scherptediepte: alleen een klein deel van de foto is scherp.
Hoe maak je foto’s met een wazige achtergrond?
Je diafragma bepaalt voor een groot deel of je achtergrond scherp of wazig wordt. Een groot diafragma (en dus een klein diafragmagetal) zorgt voor een kleine scherptediepte. Een klein diafragma zorgt voor een grote scherptediepte. Wil je graag foto’s met een wazige achtergrond maken, gebruik dan een laag diafragmagetal.
Wil je meer weten over scherptediepte?
Lees dan het artikel Scherptediepte: hoe maak je een foto met wazige achtergrond?
Diafragma voor portretfotografie
Diafragma is altijd belangrijk, maar bij portretfotografie kun je hiermee echt het verschil maken. Gebruik je een laag diafragmagetal, dan is de opening van je lens groot. Hiermee kun je een mooie wazige achtergrond creëren, terwijl je onderwerp haarscherp blijft. Zo kies je precies op welke plek in de foto je de aandacht wilt vestigen. Bij portretten zijn dat altijd de ogen: als die haarscherp zijn, is je portret al voor een groot deel geslaagd. Twijfel je tijdens het fotograferen vaak over je diafragma voor portretfotografie? Onthoud dan: klein diafragmagetal, wazige achtergrond.
Diafragma voor landschapsfotografie
Bij landschapsfotografie is het diafragma heel anders dan bij portretfotografie. Het diafragma voor landschapsfotografie is vaak klein, dus een groot getal (f/11 bijvoorbeeld). Belangrijk, want zo weet je zeker dat alles in je foto scherp is. Dat effect wil je juist bij landschappen graag bereiken.
Gratis e-book over scherptediepte
Wil je alles weten over scherptediepte, download dan het gratis e-book Alles over scherptediepte (62 pagina’s). Om het e-book te kunnen downloaden, meld je je eerst aan voor de maandelijkse nieuwsbrief van Vink Academy, bomvol tips over fotograferen. De nieuwsbrief wordt niets voor niets gelezen door 27 duizend anderen.
Diafragma en bokeh bollen
Ken je die foto’s waarbij de lichtpuntjes in het onscherpe deel van de foto veranderen in ronde, zachte bollen? Dat is het bokeh-effect. Een rustige bokeh vinden de meeste mensen mooier dan wazige kleuren en vormen die in elkaar overlopen. Een rustige bokeh zorgt er namelijk voor dat de focus op het onderwerp blijft liggen, en dat de wazige achtergrond niet teveel afleidt. Wil je graag een foto maken met een bokeh-effect van ronde, zachte bollen? Dan is het belangrijk om te fotograferen met weinig scherptediepte, lichtpuntjes in de achtergrond te brengen en de juiste belichting te kiezen. Ook je standpunt is belangrijk, want dat bepaalt of je de lichtpuntjes en je onderwerp samen goed in beeld kunt krijgen.
Wil je ook een mooie bokeh-foto maken?
Lees dan het artikel Wat is bokeh? En hoe krijg je het bokeh effect in de foto?.
Bokeh figuurtjes maken
Ronde bollen in je bokeh zijn al mooi, maar je kunt nog veel creatiever aan de slag. Maak bijvoorbeeld bokeh figuurtjes. Van vlinders tot hartjes en van kerstbomen tot sterren: alles is mogelijk. Wat je daarvoor nodig hebt? Een DIY Bokeh Kit, die je makkelijk zelf kunt maken, met behulp van zwart karton en wat pas- en meetwerk. Je maakt zo een kap voor over je lens, waarin je alle mogelijke uitgeknipte figuurtjes kunt plaatsen. Wil je weten hoe je zo’n bokeh kit maakt en wat je ermee kunt? Het artikel Creatief: DIY Bokeh Kit voor bokeh figuren geeft je alle informatie die je nodig hebt.
Creatief: diafragma knijpen
Het leuke van fotografie is dat je je helemaal uit kunt leven qua creativiteit. Door met je camera-instellingen te spelen, kun je zelfs de werkelijkheid er iets anders uit laten zien. Zo kun je lichtpunten, zoals lantaarnpalen, fotograferen als sterretjes. Ook hiervoor gebruik je je diafragma. Door het diafragma te knijpen (je maakt je lensopening hier kleiner, dus je gebruikt een hoger getal), kun je de lichtbol als ster fotograferen. Begin met een diafragma-instelling van f/11 en ga steeds hoger, tot je het resultaat hebt wat je in gedachten had. Heb je hiervoor meer tips nodig? Lees dan het artikel Creatief met diafragma: van lichtpunten sterretjes maken.
Alles over sluitertijd
Wat is sluitertijd?
Net als diafragma bepaalt ook sluitertijd hoe je foto er precies uit komt te zien. De sluitertijd is de tijd dat het licht op de sensor van je camera valt. Je kunt sluitertijd ook ‘belichtingstijd’ noemen. Hoe langer de sluiter openstaat, hoe meer licht er op je sensor valt. Sluitertijd geven we aan in een breuk van seconden: van 1/4000 van een seconde tot maximaal 30 seconden. Sluitertijd is heel belangrijk als je onderwerpen fotografeert die bewegen, zoals water. Gebruik je een korte sluitertijd, dan bevries je de beweging. Bij water kun je dan de losse druppels zien. Gebruik je een lange sluitertijd, dan wordt het water op de foto een soort ‘gordijn’, een vloeiende beweging.
Wil je meer weten over sluitertijd?
Om sluitertijd echt goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk dat je snapt hoe een camera precies werkt. In het artikel Wat is sluitertijd? leg ik dit technische verhaal stap voor stap uit. Zo begrijp je al snel hoe het in elkaar zit.
Welke sluitertijd uit de hand?
Een lange sluitertijd kan voor mooie effecten zorgen. Helaas kun je niet zomaar uit de hand fotograferen als de sluitertijd lang is. Hoe langer de sluitertijd, hoe groter de kans dat de foto bewogen is. Bij een sluitertijd van 1/60 van een seconde kun je vaak nog uit de hand fotograferen. Dat is een richtlijn, dus deze tijd kan voor iedereen verschillen. Bovendien hangt het ook af van je lens. Als je een telelens gebruikt, moet je vaak ook een kortere sluitertijd instellen. Wil je zeker weten dat je foto haarscherp is? Zet dan je camera op een statief. Dan hoef je je nergens zorgen over te maken.
Welke sluitertijd bij beweging gebruiken?
Welke sluitertijd je gebruikt bij beweging, hangt van verschillende dingen af. Er zijn zeven manieren om beweging te fotograferen en de effecten zijn steeds anders.
1. Sluitertijd bij fotograferen van waterval
Een waterval kun je op twee manieren fotograferen: door bewegend water te laten zien of door het water te bevriezen. Wil je het water bevriezen? Kies dan voor een korte sluitertijd, bijvoorbeeld 1/250 van een seconde. Wil je het water juist zacht en vloeiend op beeld vastleggen? Dan mag je de sluitertijd een stuk langer instellen: 1/10 of zelfs een halve seconde. In dat geval is het belangrijk om een statief te gebruiken, want uit de hand fotograferen lukt bij deze lange sluitertijden niet. Meer lezen? Met deze 13 tips voor het fotograferen van een waterval kun je aan de slag.
2. Sluitertijd bij het fotograferen van verkeersstrepen
Ook ’s avonds is experimenteren met lange sluitertijden ontzettend leuk. Je bereikt er de gaafste effecten mee. Je kunt van lantaarnpalen lichtsterren maken en van de achterlichten van auto’s lange lichtstrepen. Een statief heb je hierbij hard nodig en ook een afstandsbediening is handig. Welke sluitertijd nodig is voor het fotograferen van verkeersstrepen, hangt af van de situatie. Als er veel omgevingslicht is, kun je de sluitertijd niet te lang maken. Dan bestaat de kans dat je foto overbelicht raakt. Begin met ongeveer 8 seconden en pas op basis van het resultaat je instellingen aan. Meer weten? In het artikel 17 tips voor avondfotografie en nachtfotografie in de stad vind je alle informatie die je nodig hebt.
3. Sluitertijd bij vuurwerk
Nog zo’n gelegenheid waarbij een lange sluitertijd prachtige effecten oplevert: vuurwerk! De sluitertijd bij vuurwerk is vrij lang, tussen de 1/10 en 3 seconden. Voor deze camera-instelling geldt: hoe meer vuurwerk er de lucht in gaat, hoe korter je de sluitertijd wilt houden. Een te lange sluitertijd levert een overbelichte foto op. In het artikel Vuurwerk fotograferen: 15 tips lees je hoe je de mooiste vuurwerkfoto’s maakt.
4. Sluitertijd bij sport
Sporters kunnen prachtige foto’s opleveren. Of je hen ‘bevroren’ of in beweging wilt fotograferen, hangt af van wat het beste past bij de situatie en het beeld wat je voor ogen hebt. Om de beweging te bevriezen, gebruik je een korte sluitertijd van 1/500 seconden.
5. Sluitertijd bij beweging van rennende honden of vliegende vogels
Het fotograferen van bewegende huisdieren of vliegende vogels is eigenlijk niet zoveel anders dan het fotograferen van sporters. Wil je je hond rennend op de foto zetten, dan is een korte sluitertijd van 1/500 seconden aan te raden. Doe je graag aan vogelfotografie? Voor het ‘vangen’ van een vogel in de lucht geldt hetzelfde. In het artikel Honden en katten fotograferen: 17 tips lees je hoe je je huisdieren het mooiste vastlegt.
6. Sluitertijd bij panning
Nog zo’n gaaf effect dat je bereikt met een lange sluitertijd: panning! Je kent deze foto’s misschien wel: het onderwerp is scherp, maar de achtergrond is wazig én bewogen. Dit effect creëer je met panning: je beweegt je camera tijdens het fotograferen mee met het onderwerp. De sluitertijd die je kiest, hangt af van je brandpuntsafstand, maar ook van de snelheid waarmee je onderwerp beweegt. Begin met een sluitertijd van 1/125 seconde en kijk of je sluitertijd langer moet maken. Meer informatie over panning lees je in het artikel Wat is panning?
7. Sluitertijd bij weinig licht
Als er weinig licht is, wordt de sluitertijd vaak langer. Logisch, want er moet meer licht op je sensor vallen om een goed belichte foto te kunnen maken. Bij een lange sluitertijd kun je niet meer uit de hand fotograferen. Gebruik daarom altijd een statief en experimenteer met verschillende sluitertijden.
Wat zijn clicks?
Een click is kort gezegd één gemaakte foto. De sluiter van je camera gaat gemiddeld een bepaald aantal clicks mee. Weet je hoeveel foto’s je hebt gemaakt, dan kun je ook de levensduur van je camera inschatten. Handig om te weten als je een tweedehands camera verkoopt, of er juist eentje wilt kopen. Het aantal clicks van je sluiter is eigenlijk een soort kilometerteller. In dit artikel Wat zijn clicks? lees je uit hoe je het aantal clicks van je camera kunt opvragen en waarom dat wel of niet belangrijk is.
Alles over ISO
Wat is ISO?
Net als diafragma en sluitertijd is ook ISO een belangrijke camera-instelling. ISO draait om de lichtgevoeligheid van een sensor. Als de sensor gevoelig is voor licht, kan hij meer licht zien. Ook het in werkelijkheid vrij donker is. Op je camera kun je zelf de ISO instellen, meestal van 50 tot 6400 en hoger. Hoe hoger het getal, hoe lichtgevoeliger je camera. Is er weinig licht in de omgeving, dan stel je de camera in op een hoog ISO-getal.
Wil je meer weten over ISO?
Lees dan het artikel Wat is ISO?
ISO en ruis: waar moet je rekening mee houden?
Je kunt natuurlijk denken: ik stel mijn ISO heel hoog in, want dan kan ik ook in het donker nog goede foto’s maken. Toch werkt het niet zo simpel. Een hoge ISO-waarde betekent namelijk ook dat je meer ruis in je foto krijgt. Ruis maakt je foto korrelig en ziet er minder scherp uit. Fotografeer je buiten en is het zonnig, dan is een ISO van 100 tot 400 ruim voldoende. Een echt hoge ISO is vooral nodig binnen in huis of tijdens de schemering.
Fullframecamera en ISO
Je denkt nu misschien dat je beter nooit met een hoge ISO-waarde kunt fotograferen, maar dat is gelukkig niet waar. Het is nog altijd beter om een foto mét ruis te hebben, dan een mooi moment niet te fotograferen. Je ziet ruis bovendien minder goed op een afgedrukte foto, zeker als je hem klein afdrukt. In Lightroom kun je de ergste ruis ook goed corrigeren. Heb je een fullframecamera, dan hoef je je al helemaal weinig zorgen te maken. Een fullframecamera heeft minder ruis dan een niet-fullframecamera bij dezelfde ISO-waarde. In het artikel 6 redenen waarom je niet bang hoeft te zijn voor een hoge ISO-waarde lees je hier alles over.
Alles over de belichtingsdriehoek: diafragma, sluitertijd en ISO
Wat is de belichtingsdriehoek?
Voor een goede foto is het belangrijk dat de belichting goed is: niet te licht en niet te donker. Nu vraag je je natuurlijk af: hoe zorg ik dan dat de belichting klopt? Dat doe je door de juiste combinatie van diafragma, sluitertijd en ISO te kiezen. Deze drie elementen heten samen de belichtingsdriehoek. Deze elementen moeten in balans zijn. Verander je iets aan één instelling, dan verandert die balans. Zo wordt een foto te licht of te donker. Je moet dus altijd meerdere instellingen aanpassen om de belichting weer goed te krijgen. In het artikel Wat is de belichtingsdriehoek? lees je hier meer over.
Welke diafragma bij welke sluitertijd?
Wil je weten welke sluitertijd en diaframa-instelling je precies moet kiezen om een goed belichte foto te krijgen? Dat (en nog veel meer!) leer je tijdens de online fotografiecursus van Vink Academy. Zo weet je straks precies welk diafragma je nodig hebt in welke situatie én hoef je niet meer op de automatische stand te fotograferen. Dan kun je je echt gaan ontwikkelen als fotograaf.
Diafragma, sluitertijd en ISO in de EXIF
Het woord EXIF kom je in de fotografie regelmatig tegen, maar wat betekent dat precies? En nog belangrijker: waarom is het handig om dat te weten? EXIF is de extra informatie die wordt opgeslagen in een JPEG en RAW-foto, zoals data, instellingen en het merk van de camera (Nikon, Canon, Sony, Pentax, Olympus, etc). Dit zijn de metagegevens van een foto. Handig, want zo kun je achteraf achterhalen waarom een foto niet goed gelukt is. Door de EXIF-gegevens te bekijken, kun je veel leren over fotografie. Zo zorg je dat je de volgende keer niet weer dezelfde fout maakt. In het artikel Wat is EXIF lees je waarom EXIF zo handig is.
Camera-instellingen: welke instelling heb je precies nodig?
Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, heb je bij het maken van een foto altijd te maken met sluitertijd, diafragma en ISO om een bepaalde hoeveelheid licht te vangen. Alleen: het licht is altijd anders. Er is daarom geen vast recept voor de camera-instellingen bij portretfotografie. Of bij de camera-instellingen voor landschapsfotografie of nachtfotografie. Wie wilt leren hoe je zelf je camera instelt en hoe je bepaalt welke exacte waardes van diafragma, sluitertijd, iso je in een specifieke (licht)situatie nodig hebt, volgt de online fotografie cursus. Aan de hand van een uniek vier-vragen-stappenplan (ontwikkeld door mijzelf) weet je in een mum van tijd precies wat je moet instellen. Het maakt dan niet uit of je op zoek bent naar de camera-instellingen voor avondfotografie, zonsondergang, sportfotografie, babyfotografie of iets anders. Jij leert precies de instelingen af te stemmen op de situatie.
Alles over witbalans
Wat is witbalans?
Natuurlijk wil je graag dat de kleuren van je foto overeenkomen met de werkelijkheid. Het kan lastig zijn om bepaalde kleuren goed op de foto te krijgen. Sneeuw kan soms bijvoorbeeld grauw of blauw lijken. Elke lichtbron heeft bovendien een bepaalde kleur, die je foto beïnvloedt. Wil je die kleuren natuurgetrouw fotograferen? Leer dan goed omgaan met de witbalans van je camera. Wat is witbalans dan precies? Met de witbalans stel je in welke delen van de foto echt wit zijn. Als wij een papier binnen onder een lamp bekijken, is dat voor ons wit. Buiten is het nog steeds wit, omdat onze hersenen dat verwachten. Een camerasensor is veel gevoeliger voor lichtkleuren en daarom moet je de witbalans daar soms op aanpassen. Bijvoorbeeld als je fotografeert in het licht van een gloeilamp, of op een heel bewolkte dag. In het artikel Wat is witbalans? lees je hier alles over.
Witbalans bij sneeuw instellen
Ga je sneeuw fotograferen, dan is je witbalans heel belangrijk. Pas je die niet aan, dan worden je foto’s snel te blauw. Wil je de witte sneeuw goed vastleggen, dan moet je je witbalans instellen op een warme kleurtemperatuur. De optie ‘Schaduw’ is dan vaak het beste. Meer weten over fotograferen in de sneeuw? Lees dan het artikel Fotograferen in de sneeuw: 9 tips.
Witbalans bij herfstfoto’s instellen
Fotograferen in de herfst draait helemaal om kleur. Wil je al die mooie warme kleuren goed vastleggen, pas dan je witbalans aan. Op de automatische stand worden je foto’s al snel te koel. Kies voor ‘Bewolkt’ of ‘Flitslicht’ om de warme kleuren terug te brengen in je foto’s. Voor meer informatie: 8 tips voor het fotograferen van de herfst.
Witbalans bij zonsondergang instellen
Nog zo’n moment dat je graag de warme kleuren van de foto wilt laten spatten: zonsondergangen! Ook dan is het belangrijk om je witbalans aan te passen. ‘Bewolkt’, ‘Flits’ en ‘Schaduw’ leveren de beste resultaten op, dus probeer verschillende mogelijkheden uit. Voor meer tips over het fotograferen van zonsondergangen: 14 tips voor het fotograferen van een zonsondergang of zonsopkomst.
Creatief met witbalans: silhouetfoto’s
Het leuke van witbalans is dat je er ook goed mee kunt experimenteren. Wil je bijvoorbeeld mooie silhouetfoto’s maken, waarbij van een onderwerp alleen de omtrek is te zien, dan komt de witbalans goed van pas. Door de witbalans aan te passen, kun je de achtergrondkleuren warmer of koeler maken. Maak de lucht paars, blauw of juist warm oranje. Net wat de foto extra bijzonder maakt! Meer lezen over het maken van silhouetfoto’s? Het artikel 10 tips voor het maken van een silhouetfoto staat boordevol creatieve ideeën.
Witbalans bij fotograferen in RAW
Bij digitale fotografie kun je kiezen uit twee bestandsformaten: JPG of RAW. JPG wordt het meeste gebruikt, maar als je serieus bezig bent met fotografie, dan is RAW een betere optie. Een RAW-foto slaat alle ruwe data op. Het grote voordeel is dat je bij het nabewerken veel meer informatie hebt dan bij een JPG. Je verliest geen kwaliteit en kunt de foto precies aanpassen zoals je wilt. Ook de witbalans. Heb je daar tijdens het fotograferen geen rekening mee gehouden, dan kun je de witbalans achteraf in RAW corrigeren. In het artikel Fotograferen in RAW of JPG lees je hier alles over.
Witbalans aanpassen in Lightroom of Photoshop
De witbalans kun je bij het nabewerken op zes verschillende manieren aanpassen in Lightroom of Photoshop. Je kunt dat doen met het pipetje, door een lichtbron te kiezen, met de automatische functie, met het temperatuurschuifje, door de Kelvin-waarde handmatig in te voeren of met de pijltjes in de Bibliotheekmodule van Lightroom. In het artikel Witbalans aanpassen in Lightroom en Photoshop worden deze zes manieren uitgebreid toegelicht.
Alles over brandpuntsafstand
Wat is brandpuntsafstand?
Elk objectief heeft een bepaalde brandpuntsafstand, aangegeven in millimeters. Zo kun je een 50mm-lens hebben, of eentje van 400 mm. Hoe lager het getal, hoe meer je in beeld krijgt. Een 10mm-lens is bijvoorbeeld een groothoeklens. Vanaf 70mm spreken we over een telelens. Daarmee kun je onderwerpen dichterbij halen. Hoe groter het getal, hoe meer je kunt inzoomen. Je brandpuntsafstand is dus heel belangrijk, want die bepaalt hoeveel er in beeld komt en hoe je foto eruit gaat zien. In het artikel Wat is de brandpuntsafstand van een objectief? vind je hierover volop informatie.