Bij een silhouetfoto zie je geen details meer van het onderwerp of object; het is één zwart (of grijs) vlak geworden waarbij alleen de omtrek duidelijk te zien is. Met een silhouet breng je een bepaalde spanning in de foto, juist omdat de details van het onderwerp zelf ontbreken. In dit artikel de tips voor het fotograferen van een silhouet.
1. Achtergrond lichter dan het onderwerp
Voor het fotograferen van een silhouet is het belangrijk dat er een groot verschil in licht (contrast) bestaat tussen het onderwerp en de achtergrond. De achtergrond dient daarbij veel lichter te zijn dan het onderwerp.
Het makkelijkste is hierbij om tegen het (zon)licht in te fotograferen, waarbij de lucht dus de achtergrond vormt. De achtergrond hoeft niet perse de lucht te zijn. Een grote lamp, schermen, een raam of zelfs onderwater kan! Zolang dit maar (veel) lichter is dan het onderwerp op de voorgrond.
2. Duidelijke contour en vorm
Het is belangrijk dat het silhouet een duidelijke vorm en contouren heeft, anders is het voor de kijker van de foto niet te herkennen. Silhouetten moeten goed loskomen van de achtergrond en mag niet wegvallen of (deels) samensmelten met andere donkere delen van de foto.
3. Knijp met je ogen en zie het silhouet voor het maken van de foto
Knijp je ogen een klein beetje dicht om beter te beoordelen of de situatie geschikt is. Een camera heeft een beperkt dynamisch bereik. Dat wil zeggen dat een camera minder goed in één beeld zowel heel licht als heel donker kan vastleggen. Waar wij in zo’n situatie het onderwerp nog ‘gewoon’ zien (dus: zonder dat het voor ons een silhouet wordt) en de achtergrond niet te licht is, lukt een camera dit niet. Door met je ogen te knijpen, schat je beter in of er voldoende verschil is tussen licht en donker voor silhouet fotografie.
4. Begin of eind van de dag
Wanneer je een silhouet wilt fotografen tegen de lucht, dan is het begin of het eind van de dag hier vaak het meest geschikt voor. De zon staat dan laag aan de hemel, waardoor de lucht niet te ver boven de grond al erg fel kan zijn. Het zonlicht heeft een horizontale richting, waardoor één deel van het onderwerp gemakkelijk ‘in de schaduw’ valt. Het is geen toeval dat de meeste silhouet-foto’s tijdens het fotograferen van een zonsondergang of zonsopkomst gemaakt zijn!
Maar ook na zonsondergang maak je nog steeds goede silhouetfoto’s, omdat de lucht niet meteen zwart is, maar het onderwerp in de schemering wel snel donker wordt (zoals bij het blauwe uurtje).
5. Onderbelichten bij een silhouet foto
Wordt het onderwerp nog te licht en vormt er geen silhouet? Kies dan je camera instelling zo dat je de foto bewust extra onderbelicht.
6. Contrast verhogen in nabewerking
Om het silhouet te versterken, kun je in de nabewerking in Lightroom of Photoshop het contrast in de foto verhogen en/of de donkere tinten nog donkerder maken.
7. Spelen met witbalans
Speel met je witbalans voor creatieve effecten en mooie(re) kleuren. Een silhouet foto bestaat vaak ook maar uit een beperkt aantal kleuren; het onderwerp is zwart en (in het geval van een lucht) heeft deze maar een beperkt kleurverloop. Met een aangepaste witbalans kun je de kleuren warmer of koeler maken, of juist een ander creatief effect creëren. Het veranderen van je witbalans kun je doen tijdens het fotograferen of (mits je in RAW fotografeert) in de nabewerking.
8. Maak van een lichtbron een ster
Staat de zon op de achtergrond? Fotografeer met een klein diafragma om de zon te veranderen in een lichtster
9. Minimale details mogen
Het silhouet hoeft niet altijd helemaal donker te zijn. Het is prima als er nog wat grijstinten in te zien zijn. Ook is het niet noodzakelijk dat het silhouet het enige onderwerp in de foto is.
10. Silhouet als kader
Je kunt een silhouet ook gebruiken als kader in de foto, waarbij het kader de aandacht plaatst op je onderwerp.
Bedankt Laura , voor de leuke tips .