Op 27 oktober 2019 gaat de klok weer een uur achteruit. Maar hoe vaak gaan we nog wisselen tussen zomer- en wintertijd nu er plannen zijn om dit af te schaffen? Een persoonlijke column.

Zonsopkomst in Denemarken, net na 6 uur

Zonsopkomst in Denemarken, 30 maart 2019 om 6:17 uur

gratis webinar

Masterclass: Reflecties in beeld

Ontdek nieuwe invalshoeken en leer hoe je weerkaatsing en
spiegeling gebruikt voor foto’s met een boeiende compositie

30 maart 2019– Ik ben in Denemarken en sta met ons kampeerbusje op een steenworp afstand van een mooi strandje. Op mijn iPhone zie ik dat de volgende dag om 6:04 de zon opkomt, precies achter het eilandje in de verte. Pff… zes uur ’s, dat moet ik die wekker al om half zes zetten. Gelukkig wordt dit beloond met mooie kleuren in de lucht. Alleen man man, wat kost dat vroege opstaan me veel moeite. Ook al is mijn achternaam een vogelsoort, een vroege vogel ben ik nooit geweest.

2 april 2019 – Ik ben iets noordelijker in Denemarken. Opnieuw een zonsopkomst, maar met het ingaan van de zomertijd was die nu pas om 7 uur en kon ik dus een uurtje blijven liggen. Nouja.. in theorie was het gewoon 48 uur minus een paar minuten later, maar het tijdstip op de klok was anders. En eerlijk is eerlijk; dat psychologisch effect was niet te missen.

De situatie zette me wel aan het denken. Er zijn plannen van de Europese Commissie om in 2021 de zomer/wintertijd af te schaffen. Maar wat betekent dat voor een (natuur)fotograaf?

Toen in 1977 de zomertijd ingevoerd werd, was dat met het oog op energiebesparing. Alleen is dat nooit bewezen. Wel blijkt keer op keer uit onderzoek dat een hoop mensen last hebben van de tijdswisseling, omdat het onze biologische klok verstoort. Met slaaptekort en (serieuze) gezondheidsrisico’s tot gevolg.

Omdat ons interne ritme het dichtst bij de wintertijd ligt, zou het een logische keuze zijn om straks altijd de wintertijd te hanteren. De ‘normale tijd’ ook. Maar als het altijd wintertijd is, wordt het in de zomer wel vroeg licht. Supervroeg zelfs: bijna drie maanden per jaar komt de zon al voor vijf uur boven de horizon. Holy moly! Een zonsopkomst fotograferen wordt zowat nachtwerk.

Zet jij je wekker dan om 3:50 voor een zonsopkomst om 4:20? Ik moet er niet aan denken! Ik heb dan liever het hele jaar rond de zomertijd. Met als bijkomend voordeel lange zomeravonden (love it!) en ook in de winter is het ’s avonds minder vroeg donker.

Het nadeel van de zomertijd is wel dat het in december en januari pas tussen half tien en kwart voor tien licht wordt. Niet ideaal, dat zie ik uiteraard ook liever anders. Gelukkig kan ik als zelfstandig ondernemer wat langer in bed blijven liggen. Moet jij wel op tijd naar kantoor? Dan vertrek je nu in de winter ook al in het donker naar je werk, toch?

Wat ook goed is om te realiseren: of het nu zomertijd of wintertijd wordt, op jaarbasis krijgen we sowieso een stuk minder dagen dat het tussen zes en half acht licht wordt. Daarbij is fotografie letterlijk schrijven met licht. Als het altijd wintertijd is, dan zien we gemiddeld genomen zo’n 200 tot 300 uur minder daglicht per jaar, omdat we dan nog liggen te tukken. (Er vanuitgaande dat je dus niet iedere dag de zonsopkomst fotografeert uiteraard). Dat vind ik best indrukwekkende cijfers! Alleen daarom al schreeuwt de fotograaf in mij om een vaste zomertijd. En dan hebben we het nog niet eens over op de positieve invloed van daglicht op ieders gemoedstoestand.

Tja. Lastig zeg. Elke optie heeft weer z’n voor- en nadelen. Misschien moeten we er gewoon tussenin gaan zitten en de tijd een half uur verschuiven, zoals deze meteorologen adviseren. Al wordt dat tijdsverschil met de rest van de wereld dan ineens wel wat gek.

Weetje, van mij persoonlijk mag het ook gewoon blijven zoals het nu is. Maar goed… wat ik wil, dat doet er uiteindelijk helemaal niet toe. Daarom besluit ik me er ook maar niet druk over te maken. Mocht het straks toch alleen de wintertijd worden, dan zit er niets anders op en heb ik nog tot 2021 om mijn achternaam eer aan te doen en echt een vroege vogel te worden. ;)

 

 

[Deze column schreef ik voor Natuurfotografie Magazine. Voor de online publicatie hier iets aangepast omdat ik hier geen limiet op de hoeveelheid woorden heb.]