Subtiel verschil tussen levendigheid en verzadiging

Bij een digitale foto worden de kleuren gemaakt door rood, groen en blauw (RGB). Bij drukwerk, zoals in een boek, gebeurt dat met cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK). Door de anere manier van kleuropbouw is het lastig om in het boek het subtiele verschil tussen levendigheid en verzadiging goed te laten zien. Bekijk daarom onderstaand voorbeeld.

Hier zie je 10 gekleurde stukken. Links is de verzadiging van de kleur 100%. Bij de tweede kleur is dat 90% verzadiging, daarna 80%, etc. Het laatste blokje heeft maar 10% verzadiging en is daarom ook minder fel.

Stapjes met telkens 10% minder verzadiging van de kleur

Maximale verzadiging

Wat gebeurt er als we een aanpassingslaag maken met maximale verzadiging? Dan krijg je dit:

Origineel bewerkt met aanpassingslaag met 100% verzadiging

Op de laatste 2 of 3 stukken na, zijn alle vlakken even fel geworden, en nog ‘feller’ dan het origineel. Gebruik de slider om het te vergelijken:

 

Maximale levendigheid

Als je een aanpassingslaag met maximale levendigheid maakt, dan wordt dit het resultaat.

Origineel bewerkt met aanpassingslaag met 100% verzadiging.

Wanneer je het vergelijkt met het origineel, dan zie je dat vooral de vakjes bij de rechterhelft wat intenser zijn geworden qua kleur, maar dat de maximale waardes niet veranderd zijn. Levendigheid maakt doffe kleuren feller, maar laat de kleuren die al aardig verzadigd zijn met rust.