Het teleobjectief zit op je camera en je bent op safari in een nationaal park vol wilde dieren. Nou, dan moet het toch wel goedkomen met die wildlife fotografie? Of heb je toch ook wel een portie geluk nodig?
In april 2018 was ik op safari in Sri Lanka. In Yala National Park om precies te zijn, dé locatie in Sri Lanka om luipaarden te spotten. Een luipaard is het enige dier van de Big Five (Olifant, Leeuw, Buffel, Neushoorn) dat ik nog niet heb gefotografeerd. Je snapt; die wil ik graag in het wild zien. Met een chauffeur en gids rijden we door het park. De jeep hobbelt over de stoffige wegen en we worden geregeld flink door elkaar geschut achterin de wagen. De mannen voorin turen door de bosjes, wij kijken ondertussen onze ogen uit. We zien buffels, olifanten, krokodillen en een diversiteit aan vogels. Maar de luipaarden, die lijken vandaag niet thuis. Zo gaat het de eerste safarimiddag in het park. En ook de tweede rit (de volgende ochtend): we zien geen luipaarden.
Maar halverwege de derde safaririt in het park, krijgt onze gids een telefoontje. De luipaard is gespot. En nog vlakbij ook! Binnen drie minuten zijn we op de juiste plek en staan we met een paar jeeps op een rij, naar de bosjes te staren. Ik zit op het puntje van mijn stoel, de zoomlens in de aanslag. Zou het? En ja.. daar zien we beweging. Het luipaard loopt voorbij, met z’n prooi nog in z’n bek. Het eerste wat me opvalt, is hoe fel de kleuren van zijn vacht zijn. Wat prachtig! Ik maak een paar foto’s, maar voor we het weten is het dier alweer in de dichte begroeiing verdwenen. We wachten er nog een tijdje, maar in de bosjes zien we geen beweging (die is vast aan zijn maaltijd begonnen) en rijden vervolgens verder.
Ben ik blij dat we het luipaard gezien hebben? Uiteraard! Daar kwamen we toch wel voor.
Zijn de paar foto’s die ik maakte geweldig? Nee. Daar kunnen we lang of kort over praten, maar volgens mij zie je het zelf wel.
Is de safari hierdoor niet geslaagd? Zeker niet.
Ben ik jaloers op anderen bij wie er een luipaard vlak langs de weg ligt, zoals ik zag bij reisblogger Karlijn? Stiekem natuurlijk wel, wie droomt hier nou niet van?
Maar ik realiseer me ook heel goed: wilde dieren zijn wilde dieren. Ze komen niet tevoorschijn zodra er een toerist in een jeep voorbij rijdt. Zo van: Joehoe, daar ligt ik dan hoor. Maak je even een mooie foto van me?
Wil je echt de garantie van dieren spotten, dan moet je naar een dierentuin. Je mag weliswaar niet met luipaarden picknicken – dat weet hopelijk nu iedereen in Nederland én daarbuiten – maar de kans om luipaarden te zien is in de Beekse Bergen wel groter dan in Yala in Sri Lanka.
Mislukt? Of geluk(t)?
Bij wildlife fotografie moet je gewoonweg ook geluk hebben. En dan heb ik het niet alleen over of je het dier überhaupt vindt, maar ook of je er vervolgens in slaagt om een goede foto te maken. Misschien is het dier wel te ver weg, zit het verscholen tussen de struiken, is het licht waardeloos of de achtergrond te druk.
Laten we eens kijken: een paar foto’s, opnieuw uit Yala National Park.
Je zou haast denken dat ik helemaal geen gelukte wildlife foto’s maakte. Maar dat is ook weer niet waar. Ik ben bijvoorbeeld heel blij met onderstaande dierenfoto’s van de lachende olifant, de kleine bijeneter en het schattige axishertje.
Wildlife fotografie: vergroot je geluk met een goede gids
Geluk is altijd een belangrijke factor bij wildlife fotografie. Natuurlijk vergroot je je kans wel met een goede gids of tracker. Zo’n persoon is bekend met het (leef)gebied, kent de dieren en hun gewoontes. In Corcovado National Park in Costa Rica maakten we bijvoorbeeld een driedaagse trektocht door de jungle en langs het strand. Onze gids Nito is een man die zijn neus ophaalt en zegt “Hmm.. ik ruik wilde zwijnen…” en een minuut later verschijnen de beesten uit de bosjes.
En Nito bleek ook een geweldige spoorzoeker! We hadden er al zo’n 16 kilometer in de hitte gewandeld (met zware rugtassen), toen hij sporen van een poema zag. Je hart gaat op dat moment direct te keer. Zou het?! Wat volgde was (letterlijk!) een speurtocht, waarbij Nito af en toe de bosjes in verdween, om het spoor te volgen. Een kilometer of twee verderop, ziet hij de poema liggen tussen de begroeiing. Hij moet wel vier keer wijzen voordat Rabin en ik haar ook zien. Yes, wat was dit tof!
Hoewel de credits voor het spotten van de poema echt naar Nito gaat, toch was het ergens ook wel weer een gelukje. Want goede vriend en fotograaf Martijn Smeets maakte dezelfde trektocht, in dezelfde jungle, met dezelfde gids (hij heeft mij Nito zelfs aangeraden), maar helaas.. geen poema gezien. En wij zelfs twee keer!
Wat de safari’s en trektochten me ook echt geleerd hebben, is dat je misschien niet het geluk hebt om het ene dier te spotten, maar dat er zoveel mooie andere kansen liggen. Vergeet dat niet! Zo hebben we een flink extra kilometers gewandeld door de jungle van Corcovado om een tapir te spotten. Zelfs Nito raakte er een beetje gefrustreerd van dat hij ze niet kon vinden, want blijkbaar zat de groep tapirs op geen van hun vaste ‘stekken’. Hij spoorde ons aan het eind van de dag daarom aan om nóg een keertje naar het strand te lopen. “Who knows they’ll be there now…“. En hoewel we eigenlijk al moe waren van de vele kilometers die dag, was het zinnetje genoeg om de wandelschoenen weer aan te trekken.
Maar ook dit keer was er geen spoor van een tapir. Wél hadden we een prachtige en bijzondere ontmoeting met een neusbeer, die een stel schildpaddeneieren aan het oppeuzelen was.
Toen we de volgende ochtend, in het donker van het ranger station vertrokken, zagen we uiteindelijk nog twee keer een tapir, waarvan één keer met jong. Gewoon langs het pad. Het was alleen pikkedonker (we waren vroeg vertrokken omdat we voor een bepaald tijdstip over het strand moesten lopen vanwege eb/vloed), waardoor de foto niet echt geweldig was. Maar toch: de tapir kon ook weer van ons ‘lijstje’ af. :)
Over geluk gesproken; het Deense stel dat op dezelfde dagen dezelfde trektocht maakte (maar met een andere gids) zagen géén poema’s. En omdat ze de ochtend van vertrek net een ander pad namen, zagen ze ook géén tapir. We hebben het verhaal maar niet té enthousiast vertelt aan ze….
Bijna gezien… (maar dus geen wildlife foto’s)
Om dit artikel af te sluiten, hierbij nog een lijstje van dieren die ik niet heb gezien of bijna zag. ;)
- Tijdens verschillende safari’s in Tanzania zag ik de luipaard ook niet. Wel de prooi die hij (of zij) in de boom had laten hangen.
- In Monte Verde in Costa Rica was de bijzondere Quetzal vogel nergens bij het nest te bekennen.
- Bij de Malediven zaten we twee dagen op de boot. We voeren langs de prachtige tropische eilandjes, in de hoop om te duiken met manta’s (dag 1) of een walvishaai (dag 2). Alleen de manta’s waren op dat moment helaas niet bij het cleaning station. En de walvishaai is ons tijdens de duik waarschijnlijk op een meter of vijftig afstand voorbij gezwommen, zonder dat we ‘m zagen. De crew op de boot zag de walvishaai namelijk wel.
- In Egypte voeren we naar een specifieke duikstek (Abu Dabbab) om hopelijk een zeekoe te zien. We zagen wel nog zijn sporen op de bodem, maar de grote jongen zelf was er niet. (Er waren wel weer zeeschildpadden net zo lang als ons zelf.. dus klagen deden we niet hoor!)
Achja… je kunt nou eenmaal niet altijd geluk hebben, toch? En het is ook nog eens het beste excuus om nog een keer naar een bestemming af te reizen. ;)
Reisfotografie – explore discover capture
Het boek Reisfotografie is het dikste Nederlandstalige boek over reisfotografie.
P.s. Als je trouwens denkt dat je misschien het geluk gaat hebben om op een bestemming walvissen of dolfijnen te spotten, lees dan ook even het artikel met tips voor het fotograferen van walvissen en dolfijnen!
16 reacties