Vogels fotograferen lijkt misschien gemakkelijk, maar is eigenlijk juist best lastig. Voor je het weet is de vogel alweer uit beeld gevlogen. Ook vraagt vogelfotografie vaak om een flinke portie geduld. Daarnaast: welke instellingen heb je eigenlijk nodig om een vliegende vogel te fotograferen? En welke lens? Dit en meer lees je in dit artikel boordevol tips voor het fotograferen van vogels!
1. Begin met het fotograferen van grote (water)vogels
Niet elke vogel is even moeilijk om te fotograferen. Vooral kleine of schuwe vogels vind ik lastig; voor je het weet vliegt hij weer op. Bovendien vraag je een merel of een specht niet eventjes of hij alsjeblieft op dat ene takje wil gaan zitten voor dat mooie plaatje. Daarom is mijn eerste tip voor iedereen die graag vogels wil fotograferen: begin gemakkelijk!
Net zoals je je eerste rijles niet meteen begint met racen op het circuit van Zandvoort, begin je bij het fotograferen van vogels ook niet met het vastleggen van een supersonisch snelle en kleine kolibrie.
Kies in plaats daarvan voor grote vogels om als eerste te oefenen. Je fotografeert gemakkelijker een zilvermeeuw of pauw dan een vink of kolibrie. Je hebt voor een pauw of zilvermeeuw allereerst minder zoom nodig, omdat ze groter zijn. Maar ook zijn grotere vogels minder snel bang voor je en kom je sneller dichterbij. (Of de vogel komt dichter bij jou, zoals het geval is als je aan het strand een patatje eet. De meeuwen en spreeuwen jatten het nog net niet uit je vingers…)
Watervogels vind ik daarbij ook weer gemakkelijker te fotograferen. Een zwaan, gans, meerkoet of wilde eend voelt zich veilig op het water en weet dat jij niet ineens naast hem in de sloot staat. Hierdoor kun je ze vaak gemakkelijker benaderen.
2. Lange lens
Welke lens heb je nodig voor het fotograferen van vogels? De meeste foto’s in dit artikel zijn gemaakt met een brandpuntsafstand van minimaal 100mm. Ik gebruik dan mijn 70-300mm lens of een 70-200mm lens met een converter ertussen. Is 300mm genoeg? Niet altijd! Er zijn genoeg situaties dat ik liever nóg meer zoom had gehad! Bijvoorbeeld 400mm 0f 600mm. Maar ja.. die lens past nou eenmaal niet in mijn cameratas. ;)
Denk eraan: hoe groter de vogel is, hoe minder lang de lens hoeft te zijn om het dier beeldvullend te fotograferen of een close-up te maken. Hetzelfde geldt als je gemakkelijk dichtbij komt.
Uiteraard kun je een foto altijd iets ‘dichterbij’ halen door een foto te croppen, maar dat wil je ook niet teveel doen.
Natuurlijk hoeven de vogels niet altijd groot in beeld. Hier zitten de vogels mooi in het kader.
3. Sluitertijd bij het fotograferen van vliegende vogels
Fotografeer je een vliegende vogel, let dan goed op de sluitertijd. Om de beweging te bevriezen, heb je een korte sluitertijd nodig van bijvoorbeeld 1/500s of 1/1000s. Vliegt de vogel erg dichtbij, dan heb je een nog kortere sluitertijd nodig.
Natuurlijk zijn er meerdere manieren om een beweging te fotograferen. Wie weet wil je juist wel de vogels helemaal scherp in beeld of de vleugels bewogen.
Naast de sluitertijd is overigens ook een snelle auto-focus van belang bij het fotograferen van vliegende vogels. Je hebt niets aan de korte sluitertijd als de vogels onscherp zijn door een te trage focus.
4. Geduld en doorzettingsvermogen
Een belangrijke eigenschap bij het fotograferen is geduld en doorzettingsvermogen. In dit artikel zie je meerdere foto’s van kolibrie’s die ik fotografeerde in Costa Rica. De vogels zijn vrij klein, meestal zo rond de 9 tot 15cm. De vleugels van een kolibrie bewegen wel 15 tot 80 keer per seconde op en neer. Bizar snel dus. De kolibrie is ook de enige vogelsoort dat zowel vooruit als achteruit kan vliegen. Ik moest en zou dit vogeltje daarom mooi fotograferen, maar dat was dus nog een hele klus!
Deze foto’s maakte ik allemaal in de buurt van het zwembad van ons resort in Fortuna, Costa Rica. Er vlogen daar meerdere kolibries rond. Al vrij snel ontdekte ik dat er een aantal plaatsen waren, waar ze regelmatig terugkwamen. Bij die ene plant zag ik ze telkens nectar halen, bij de andere plant gingen ze vaak op de punt van het blad zitten of op een bepaalde tak. Ik wachtte geduldig af en zat met mijn camera in de aanslag. En als hij dan dichtbij was, moest ik snel reageren! Soms had ik maar een of twee seconden de tijd om een foto te maken, voor het vogeltje alweer verder was gevlogen. Met flink wat tijd, een portie geduld (ook van mijn reisgezelschap) en wat doorzettingsvermogen (He, verdorie.. weer was-ie te snel. Nog een keer proberen!) lukte het me om de kolibrie meerdere keren te fotograferen.
5. Let op de achtergrond
Of je nu een vogel vliegend of stil in een boom fotografeert, kijk ook altijd met aandacht naar de achtergrond. Als een vogel boven je hoofd vliegt, dan zijn de wolken of de lucht de achtergrond in je foto. Bij zo’n kikkerperspectief heb ik het liefst een mooie blauwe lucht. Dat is natuurlijk een kwestie van smaak. Misschien vind jij het juist mooier als de foto in het wit vliegt, kies dan juist een bewolkte dag om te fotograferen. Pas er dan wel op dat de vogel niet onbedoeld in een silhouet verandert, stem je lichtmeting en instellingen hierop af.
Meestal fotografeer je een vliegende vogel van onderen, maar soms heb je de kans om een vogel te fotograferen met vogelperspectief. De lucht is dan niet meer