Vlinders fotograferen is best lastig. Ze zijn vaak klein, ze fladderen van bloem naar bloem en zitten daartussen niet lang stil. En je moet ze ook nog maar eens zien te vinden. Genoeg uitdagingen dus bij het maken van een vlinderfoto. In dit artikel lees je een hoop tips voor vlinderfotografie. Het gaat onder andere over welke lens je (niet) nodig hebt voor het fotograferen van een vlinder, camera-instellingen, scherpstellen, praktische tips en meer.
Standpunt
Sommige vlinders zijn op hun mooist wanneer ze hun vleugels open hebben. Anderen zijn ook fotogeniek met gesloten vleugels. Je plan van aanpak en het standpunt hangen daarom af van de vlinder die je gaat fotograferen.
Een vlinder met gesloten vleugels fotografeer je meestal van opzij. Je houdt de camera dan op dezelfde hoogte als de vlinder, of ietsje lager. Probeer de vleugels recht tegenover de camera te hebben, zodat het geheel goed scherp wordt.
Bij een vlinder met gespreide vleugels kies je het standpunt als het ware achter/boven de vlinder. Zit de vlinder bovenop een bloem of blad, dan fotografeer je de vlinder dus ook van boven.
Een vlinder zit ook wel eens aan de zijkant van een bloem of stengel. In dat geval kies je het standpunt ook weer even hoog als de vlinder, zodat je recht op de vleugels kijkt. Meestal heeft de vlinder z’n vleugels maar een kort moment helemaal open. Je moet dus snel reageren om de foto te kunnen maken. Bij dit standpunt heb je op de achtergrond vaak de kleuren van de bloemen.
Natuurlijk heb je meer mogelijke standpunten dan ‘van opzij’ en ‘van bovenaf’. Experimenteer er gerust mee. Als de vlinder op een hoge plant of struik zit, dan kun je ‘m bijvoorbeeld eenvoudig iets van onderen fotograferen.
En fotografeer je een vlinder met gesloten vleugels recht van voren? Dan kan dat ook een bijzondere foto opleveren. Kijk maar.
Deze vlinder fotografeerde ik in een vlindertuin. De achtergrond is van een gele muur. Er is trouwens iets geks aan de hand met deze foto. Kun je ontdekken wat het is? Het antwoord lees je in het verhaal achter deze foto.
Tips en inspiratie voor het fotograferen van herfstkleurenvan paddestoelenin de mistvan dauwdruppelsvan zonneharpentijdens het gouden uurtje
Masterclass: Herfstfotografie
Leer hoe je prachtige natuurfoto’s maakt tijdens dit fotogenieke seizoen
Vlinders: zon versus schaduw
Vlinders houden van de zon. Ze hebben de warmte van de zon nodig om op te warmen, omdat ze zelf koudbloedig zijn. ‘s Ochtends vroeg zijn vlinders daarom nog niet actief. Als de zon tevoorschijn komt, spreiden ze hun vleugels, zodat ze een zo groot mogelijk oppervlak hebben om de warmte op te vangen. Zodra hun lichaamstemperatuur zo boven de dertig graden komt, kunnen ze pas vliegen. Daarom zie je vlinders ook vooral op een zonnige dag rondfladderen.
Hoe dol de vlinders op de zon zijn, merkte ik goed in Zwitserland. Diverse foto’s uit dit artikel heb ik daar gemaakt. Bij een kabelbaan was een groot bloemenperk aangelegd, waar tientallen vlinders te zien waren. Die waren daar totdat de zon verdween achter de tegenoverliggende berg, zo rond zeven uur ‘s avonds. Binnen een minuut waren alle vlinders verdwenen. Poef, foetsie, nergens meer te bekennen! Weggevlogen naar een hoger gelegen plek, waar de zon nog wel op de berg scheen. Ik gaf ze geen ongelijk natuurlijk, maar mijn fotomoment was wel voorbij.
Hoewel de vlinders van zon houden, wil je ze niet altijd in de zon fotograferen. ‘s Middags geeft de zon harde schaduwen, waardoor er bijvoorbeeld een storende schaduw over de vleugels valt. Of de vlinder heeft niet de juiste positie ten opzichte van de zon, waardoor de vlinder erg donker wordt in vergelijking met de omgeving.
Gelukkig zitten vlinders ook wel eens in de schaduw, bijvoorbeeld omdat daar een lekkere bloem is. Of omdat ze het in de zon té warm hebben (weetje: vlinders kunnen niet zweten). En je kunt zelf ook een schaduw over een vlinder werpen, door bijvoorbeeld tussen de zon en de vlinder te gaan staan. In de schaduw is het licht diffuus, harde schaduwen ontbreken. Bij dit zachte licht komen de details op de vleugels vaak beter naar voren.
Scherptediepte en scherpstellen bij vlinderfotografie
De aandacht van de kijker gaat volledig naar de vlinder als de vlinder scherp is en de achtergrond (of voorgrond) onscherp is. Vergelijk onderstaande foto’s maar eens.
Bij weinig scherptediepte krijg je een wazige achtergrond. Je kunt daarvoor een groot diafragma instellen, maar ook door van dichtbij scherp te stellen. In het gratis eBook Alles over scherptediepte lees je precies hoe je de scherptediepte in een foto beïnvloedt.
Wat bij vlinderfotografie enorm helpt, is als er achter de vlinder – vanuit de camera gezien – even niets is. Achter de vlinder zijn dus niet direct bloemen, bladeren of sprietjes. Hoe meer lege ruimte erachter, hoe sneller de achtergrond egaal wazig wordt. Je hebt daarom dus liever dat de vlinder op een bloem of sprietje zit dan tussen de grassprietjes op het gazon.
Bij het fotograferen van vlinders is het altijd spelen met de scherptediepte. Bij teveel scherptediepte wordt de achtergrond druk en rommelig. Maar is de scherptediepte te klein, dan is misschien alleen de kop van de vlinder scherp en de vleugels niet. Het is een lastige balans.
Daarbij is het focuspunt eveneens erg belangrijk. Als je een vlinder met gespreide vleugels recht van boven fotografeert, dan plaats je het scherpstelpunt op één vleugel. De autofocus van je camera stelt scherp en beide vleugels komen scherp op de foto.
Wanneer je een vlinder van opzij fotografeert met gesloten vleugels, probeer dan het standpunt zo te kiezen dat de vleugels haaks op de camera staan. Met het scherpstelpunt op de vleugel is de kans ook het grootst dat de gehele vleugel scherp wordt.
Fotografeer je niet exact van achter of van opzij, dan lukt het niet altijd om alles van de vleugels scherp te krijgen. Kijk maar eens naar de foto’s van de zwarte vlinder hieronder. Bij de linkerfoto is de kop scherp, maar zijn de vleugels onscherp. Bij de rechterfoto is meer van de vleugels scherp, maar is de kop met voelsprieten onscherp. De foto’s waren beter geweest met een grotere scherptediepte. Of ik had de vlinder meer van bovenaf moeten fotograferen, zodat de vlinder geheel in het scherptedieptevlak lag.