Bij portretfotografie en kinderfotografie zijn er ontelbaar manieren om te variëren. Je hoeft niet bang te zijn dat je telkens dezelfde foto’s maakt, in dit artikel geef ik je alle fotografietips om te variëren.
De variatiemogelijkheden voor kinderfotografie en portretfotografie zijn nagenoeg gelijk, maar in dit artikel staan wel iets meer kinderportretten dan van volwassenen. De reden is heel simpel; ik werkte jarenlang als kinderfotograaf. Maar onthoud dus dat eigenlijk alle tips wel voor kids als grown-ups gelden.
1. Uitsnede bij portretfotografie
Een kind of persoon niet altijd helemaal op de foto te staan. Je kunt daarbij globaal spreken van drie ‘soorten’ portretfoto’s, namelijk:
- Totaalbeeld (in Engels full body photo genoemd): de persoon is van top tot teen in beeld
- Halfbeeld (in het Engels half body photo genoemd): de persoon is tot zijn middel/navel in beeld gebracht, onder de middel/navel is uitgesneden.
- Close-up (in het Engels ook wel head shot genoemd): het hoofd van de persoon vult grotendeels de foto, eventueel met nog een stukje van de nek/schouders zichtbaar.
Ik ben zelf erg fan van de Engelse taal en vind de termen als full body photo in het Engels ook prima in de oren klinken, maar ik kan begrijpen dat sommigen een ander beeld hebben bij bijvoorbeeld head shot. Weet in ieder geval dat ik de termen in het Engels niet zelf heb bedacht ;) Door de uitsnede bewust te kiezen, bepaal je als fotograaf waar je de aandacht op wilt leggen. Het totaalbeeld verwerkt meestal meer van de omgeving in de foto, waarbij een close-up juist de focus legt op de gezichtsuitdrukking. Vanzelfsprekend zijn er nog verschillende tussenvormen te kiezen bij deze uitsneden, maar zorg er wel voor dat je iemand niet raar ‘afsnijdt’, zoals een totaalbeeld waarbij alleen de voeten eraf gelaten zijn.
2. Gezichtsuitdrukking
De meeste foto’s die ik maak van kinderen zijn lachend. Ik houd nou eenmaal van vrolijke kinderfoto’s en het is waar de ouders mij meestal ook voor betaalde. Maar dat betekent niet dat ik geen andere gezichtsuitdrukking fotografeer. Dromerig, verlegen, boos, verbaasd, het kan allemaal zo kenmerkend zijn voor een kind of persoon. En daarom ook een must om verschillende gezichtsuitdrukkingen vast te leggen.
3. Standpunt bij het fotograferen van portretten
Wissel van standpunt bij het fotograferen van een persoon of kind. Deze keuze van het standpunt is onder andere afhankelijk van de lengte van het ‘model’, de achtergrond en/of de sfeer die je aan het beeld wilt meegeven. Kies een standpunt van bovenaf waarbij de persoon iets omhoog kijkt, fotografeer op ooghoogte of kies juist een positie waarbij de camera lager staat dan de ogen van de gefotografeerde.
4. Houding
In houding is ook veel te variëren. Laat je model staan of liggen of zitten of … op z’n kop staan!? Wees niet bang om aanwijzingen te geven.
5. Oogcontact & kijkrichting
Net zoals dat een kind of persoon niet altijd hoeft te lachen, hoeft de gefotografeerde ook niet altijd ‘oogcontact’ met de camera te maken. Een blik net langs de camera of nog iets verder opzij kijkend, levert ook erg mooie foto’s op. Wanneer de gefotografeerde opzij kijkt, houd dan ook rekening met de kijkruimte. Probeer ook eens een blik omlaag, gecombineerd met een iets hoger standpunt. Lees verder over het stappenplan hoe je de mooie wimperfoto’s maakt.
6. Compositie bij portretfotografie
Over compositie heb ik al meerdere artikelen geschreven, zoals over de regel van derden/gulde snede en symmetrie in de foto’s. Ook bij portretfotografie en kinderfotografie zijn deze regels van groot belang. Kies er bewust voor om in sommige foto’s de persoon centraal in het midden te plaatsen, of juist uit het midden volgens de regel van derden.
7. Horizontale en verticale foto’s
Door je camera een kwart slag te draaien, kun je ook gemakkelijk variëren. Zelf maak ik voornamelijk horizontale foto’s, maar de verticale foto’s zorgen voor een fijne afwisseling. Niet elke situatie leent zich vanzelfsprekend om zowel horizontaal als verticaal gefotografeerd te worden, dit is uiteraard ook afhankelijk van de omgeving.
8. Locatie
Ik fotografeer altijd op locatie, dus niet in een studio. De keuze van de locatie bepaald de ‘achtergrond’ van het portret, waarbij vanzelfsprekend geldt dat hoe meer er ingezoomd is op het hoofd, des te minder van de locatie op de achtergrond te zien is. Elke locatie met voldoende daglicht is voor mij geschikt als fotolocatie; een stukje natuur zoals het bos of de heide, een mooi muurtje, noem maar op. Zelfs als ik voor een tweede of derde keer naar een zelfde locatie toe ga, kom ik elke keer weer thuis met andere foto’s. Simpelweg omdat het licht anders was, het seizoen verandert, we een net iets andere wandeling maakte, etcetera. Persoonlijk houd ik van deze afwisseling.
9. Licht
Wanneer je varieert in locaties, zul je waarschijnlijk ook te maken hebben met verschillende lichtbronnen. De ene keer fotografeer je op een zonnige dag, de andere keer is het bewolkt en weer later fotografeer je binnen. Flitsen is niet ‘mijn ding’, maar kan – mits je dit goed doet – natuurlijk ook toffe resultaten geven.
10. Actie
Geef de foto meer dynamiek door er actie of beweging aan toe te voegen! Rennen, schommelen, stoeien, springen, etcetera. Dit werkt natuurlijk vooral bij kinderfotografie goed.
Door de ‘beweging’ van haar arm is de foto een stuk minder statisch.
11. Kleur versie zwart-wit
Meestal houd ik meer van een kleurenfoto dan zwart-wit. Maar toch werkt een beeld in zwart-wit soms beter dan de kleurenversie. Mijn klanten geef ik graag de keuze tussen kleur en zwart-wit, dus ik bewerk de foto’s standaard in beide.
Gebruik hieronder de schuifjes om het verschil tussen kleur en zwart-wit te zien. Welke vind jij mooier?