Een van de dingen die ik zo mooi vind aan de fotografie is dat er altijd meer over te leren valt. Je kunt jezelf steeds verder ontwikkelen, wat je terugziet in het eindresultaat. De ontwikkeling van jezelf als fotograaf is er wel één die veel personen -onbewust- voor zichzelf belemmeren. En dat is zonde! In dit artikel bespreek ik daarom 10 zaken die je ontwikkeling tegenwerken… zodat je weet wat je juist wél moet doen.
1. Te weinig tijd vrijmaken voor fotografie (Alleen maar fotograferen als je op vakantie bent)
Beter leren fotograferen is vooral een proces van doen. Niet alleen maar lezen of horen over fotografie, je moet het toepassen. Toch blijkt dat veel mensen te weinig tijd vrijmaken om met de camera op pad te gaan.
Het is meestal een logisch gevolg van het drukke leven dat we hebben. Een hobby als fotografie wordt daardoor snel uit de agenda gehaald. Daar tegenover staat dat veel fotografen wél druk aan het fotograferen zijn tijdens de vakanties. Omdat je er dan meer tijd voor hebt, maar ook omdat je geïnspireerd wordt door de nieuwe bestemming, de fijne momenten, de mooie uitzichten, enzovoort.
Op vakantie is zoveel anders dan het ‘gewone leven’ en dat vraagt erom vastgelegd te worden. Maar als je alléén fotografeert op vakantie, en niet thuis, dan zal je ontwikkeling ook in kleine stapjes gaan. Beter is het om er vaker, en dus ook thuis, te oefenen met de fotografie. Als het je thuis lukt om mooie foto’s te maken, dan pluk je daar op vakantie de vruchten van. Laat je camera buiten de vakantieperiode dus niet verstoffen!
Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Zelf heb ik ook tijden gehad dat ik enkel op reis fotografeerde en in Nederland mijn camera alleen gebruikt werd voor de opdrachten die ik had. Ondanks dat ik nota bene fotograaf ben, had ik toen niet voldoende tijd voor mijn eigen ‘werk’. Zonde toch?!
Wil je (ook) meer op pad met de camera, maar weet je niet hoe je dit in je agenda voor elkaar krijgt? Gebruik dan een van deze 5 strategieën om meer tijd vrij te maken voor je fotografie.
2. Jezelf constant vergelijken met andere fotografen
Hoe langer je met fotografie bezig bent, hoe kritischer je op je eigen foto’s wordt. Dat geldt tenminste voor de meeste fotografen. Door jouw eigen foto’s naast die van een andere (bekende) fotograaf te leggen, zie je ongetwijfeld verbeterpunten. Met een kritische blik kun je een vergelijking gebruiken om van te leren en jouw fotografie naar een hoger niveau te tillen. Maar wees niet té kritisch en vergelijk jezelf niet constant. Het kan dan gebeuren dat een foto die je maakt nooit ‘goed genoeg’ is en nooit haalt wat je in gedachten had. De kans bestaat dat je daarmee het plezier in de fotografie verliest. Wees daarom kritisch, maar ook realistisch. Eerder schreef ik hier al uitgebreid over in het artikel hoe een kritische blik je fotografie verbetert of juist helemaal verpest.
3. Teveel vasthouden aan de ‘regeltjes’
Er zijn zoveel zogenaamde ‘regeltjes’ in de fotografie voor het maken van een geslaagde foto. Je onderwerp mag je immers nooit in het midden zetten, je moet absoluut nooit tegen de zon in fotograferen en je eigen schaduw in de foto is een taboe. Of toch niet? Regeltjes zijn er om gebroken te worden. Laat je hier niet teveel door leiden.
4. Bang zijn om je te verdiepen in de techniek
Het heeft geen zin om te ontkennen; bij fotografie hoort een stukje techniek. Zonder die techniek zul je er niet in slagen om keer op keer een goed belichte, scherpe foto te maken. Vertrouw niet enkel op de automatische stand, dan zul je bijvoorbeeld geconfronteerd worden met foto’s die te donker zijn, foto’s met de scherpte op de verkeerde plek of foto’s die bewogen zijn.
Je moet weten hoe het diafragma werkt, wat sluitertijd is, waarvoor je ISO gebruikt en hoe deze elkaar beïnvloeden in de belichtingsdriehoek. Maar dat wéten is niet genoeg, je moet het ook kunnen toepassen en moet weten welke instellingen je in een bepaalde situatie kiest.
Het stereotype is dat mannen technischer zijn dan vrouwen. Ik heb zo mijn theorieën, maar kan niet met harde cijfers bevestigen dat het waar is. Maar ik zie eerder mannen die té technisch met een foto bezig zijn (en daarmee de compositie of sfeer in de foto uit het oog verliezen), dan vrouwen. Mijn vermoeden is dat dames ook sneller afgeschrikt worden door de technische kant. Zoals Mandy, een cursist van de online fotografie cursus omschreef “De woorden Mandy en Techniek gaan meestal niet goed samen”.
Ik denk dat Mandy zich hierin niet alleen voelt en ook mannen zich hierin herkennen. Maar toch maakt Mandy nu prachtige foto’s; ze begrijpt de techniek én past’ m toe. Laat je hier dus niet door afschrikken, want zo moeilijk is het écht niet. Zolang je maar een uitleg krijgt in heldere taal!
5. Denken dat je de foto niet hoeft te bewerken
Het is een van de populaire misvattingen over fotografie; “Als je de foto maar goed maakt, dan heeft deze geen nabewerking nodig”. Soms is dit zeker waar, maar lang niet altijd. Ik zie de nabewerking als een proces om de foto áf te maken. Een argument waarom je een foto niet zou hoeven na te bewerken is dat dit “vroeger” ook niet gebeurde toen nog analoog werd gefotografeerd.
Maar dat is niet waar; ook in de doka werd het het eindresultaat van de foto op een bepaalde manier ‘ontwikkeld’ door de keuze voor het filmrolletje, het papiersoort, de gebruikte chemicaliën, etc. Je hoeft een foto echt niet véél te bewerken, maar een paar schuifjes in Lightroom of een iets andere uitsnede kunnen een groot verschil maken. Zo maak je in de bewerking van een goede foto een perfecte foto. De ‘basis’ moet daarbij vanzelfsprekend wel in orde zijn; van een slechte foto maak je met de bewerking nooit een goede foto.
6. Meedoen aan alle fotografie trends
Er zijn regelmatige trends in de fotografie te vinden. Beïnvloed door internet, nieuwe sociale media en kekke filters op Instagram is het – gok ik – vooral de fotobewerking die telkens net iets anders gaat. Maar ook de fotografie zelf.
Op zich is het natuurlijk prima als je stijl van fotograferen of bewerken verandert, maar als je meewaait met alle trends, dan ontbreekt een consequente lijn in je foto’s. En juist die consequentheid is belangrijk als jij jezelf wilt ontwikkelen. Je eigen stijl zegt namelijk veel over jouw werk en kun je stapje voor stapje uitbouwen. Waai je met alle trends mee, dan ontbreekt een richting en focus.
Bovendien is de kans een stuk groter dat je later terugkijkt op je foto’s en deze niet meer mooi vindt. Denk maar aan foto’s in het zwart-wit met een kleuraccent. Er is een tijd geweest dat dit ‘hip’ was (“Kijk eens wat voor cools ik kan”), maar 9 van de 10 professionele fotografen (of misschien wel 99 van de 100) zal een verzoek als deze tegenwoordig weigeren.
Het is in mijn ogen veel beter om voortdurend één stijl te hanteren in je fotografie, dan elke paar maanden weer met een nieuw ‘trucje/filtertje’ te komen. Het vinden van een eigen stijl is natuurlijk niet iets wat je ‘even doet’. Het is ook niet raar dat je beïnvloed wordt door een trend die je veel ziet. Maar uiteindelijk zul je, als je telkens blijft doen wat jij het allermooiste vindt, ook uitkomen tot een unieke