Op dertien januari 2004, mijn zeventiende verjaardag, kocht ik mijn eerste digitale camera. Tien jaar later publiceerde ik het artikel ‘Wat ik heb geleerd in 10 jaar digitale fotografie’. En nu, weer vijf jaar later, is het tijd voor een update. Of beter gezegd; een toevoeging. Want ook in de afgelopen vijf jaar is er weer zoveel gebeurd en heb ik zoveel geleerd over fotografie. In dit artikel deel ik daarom mijn (nieuwe) lessen met je.

Mocht je het artikel van vijf jaar geleden nog niet gelezen hebben, dan zou ik dat zeker doen. Want wat ik toen schreef, is nog steeds van toepassing. En ik sta er ook nog steeds 100% achter. Bovendien laat ik je zien welke foto’s ik in 2004 maakte en welke (bijna) tien jaar later. Een groot verschil, kan ik je vast verklappen. ;)

Januari 2014
De tien punten die ik in het artikel van vijf jaar geleden aanhaalde waren:

Januari 2019

In dit artikel vertel ik je over mijn nieuwe inzichten. Ik denk dat deze ‘lessen’ misschien nog wel een stuk persoonlijker zijn dan de vorigen, maar tegelijkertijd ook nog steeds interessant kunnen zijn voor jou.

11. Je bent nooit uitgeleerd

Je bent nooit uitgeleerd. Dat klinkt natuurlijk als een open deur, maar ik denk dat ik het ergens in mijn carrière wel af en toe eventjes vergat. Misschien was het gewoonweg jong en naïef. Misschien was het ’t me wel naar mijn bol gestegen.  Ik bedoel: ik gaf toch fotoworkshops, had een boek geschreven, mocht lezingen geven, halloooo expert status!

Maar ik ben de afgelopen jaren weer meer en meer gaan beseffen dat je nooit uitgeleerd bent. En leren dat je nooit uitgeleerd bent, is natuurlijk behoorlijk ironisch op zichzelf. :)

Er is altijd een nieuwe invalshoek, een nieuwe techniek, een nieuwe blik, een nieuwe edit. Ik weet niet alles over fotografie en in mijn hele leven zal ik er ook nooit alles te weten te komen. En hoewel dat aan de ene kant misschien jammer is, is het tegelijkertijd ook wel een fijne gedachte. Bekijk het maar zo; er is altijd ruimte voor verbetering en om te groeien.

Zelf heb ik enorm veel geleerd door het winnen van de beurs van de Marius van der Sandt Academy in 2016. Een jaar lang werkte ik aan een fotoserie over de Loonse en Drunense Duinen, waarbij ik gecoacht werd door bekende Nederlandse natuurfotografen. Ik had nog nooit seriematig gewerkt aan natuurfotografie, nog nooit op een dergelijke manier een verhaal verteld. Allemaal nieuw en allemaal dingen waar ik keihard aan moest werken om het te leren (en waarbij ik nog steeds nog lang niet uitgeleerd ben).

Uiteindelijk werd mijn fotoserie beloond met een publicatie in de National Geographic. Het was de kers op de taart, maar het hele proces dat ik meemaakte (en alles wat ik leerde) is uiteindelijk vele malen waardevoller gebleken. Daarover schrijf ik verderop.

Loonse en Drunense Duinen

Loonse en Drunense Duinen, 2017

12. In de loop van de jaren kan je stijl of smaak veranderen. En dat is OK.

Als ik terugkijk naar foto’s van pakweg tien jaar geleden, dan vind ik de foto’s die ik toen FAN-TAS-TISCH vond, nu “gewoon leuk”. Dat is aan de ene kant natuurlijk niet gek, want zoals ik hierboven al beschreef; je bent nooit uitgeleerd. Maar wat me bovenal ook opviel, is dat in de loop van de jaren mijn ‘stijl’ veranderd is. Dat kan gaan om hoe ik iets gefotografeerd heb, maar ook om fotobewerking. Van sommige foto’s die ik terugzie denk ik nu bijvoorbeeld: “Oeeei Laura, serieus? Waarom de keuze voor dit licht? Of waarom deze bewerking?” Als ik dezelfde foto opnieuw zou maken of bewerken, dan maak ik nu een andere keuze. (Zou ik voorheen bijvoorbeeld altijd kleur boven zwart-wit verkiezen, nu neig ik steeds vaker naar zwart-wit.)

In eerste instantie voelde ik me een beetje stom hierover. Het had een negatieve lading. Zo van: “Hoe kon ik dat nou mooi vinden!?

Ook beroemde schilders hebben verschillende stijlen

Maar inmiddels weet ik, dat zo’n verandering er in feite waarschijnlijk bijhoort. Zelfs beroemde kunstenaars als Rembrandt van Rijn of Pablo Picasso hebben perioden waarin ze een heel andere schilderstijl hadden. Zo werkte Picasso tussen 1900 en 1905 bijna uitsluitend met blauwe verf, wat hij de blauwe periode noemde. Dit werd gevolgd door een paar jaar roze periode (nogal een overstap toch!) en hierna kwam het kubisme. Nu vergelijk ik mijzelf absoluut niet met deze grootmeester, ik hoop alleen te illustreren dat het dus niet gek is. Je hoeft er geen negatieve lading aan te geven.

Bovendien, als je ‘in’ een bepaalde stijl zit, dan is het ook lastig om er objectief naar te kijken. Eigenlijk een beetje hetzelfde als modetrends; in de jaren negentig had ik bijvoorbeeld ook een kuif waar toch de nodige hoeveelheid haarlak in ging zitten. In plaats de foto’s van toen (en mijzelf in feite) te verafschuwen, lach ik er nu vooral om.

Is je stijl of voorkeur veranderd? Geen zorgen dus, dat is heel normaal.

No Swimming Today

No Swimming Today, 2008

13. Hoe we foto’s delen verandert continu – en blijft denk ik veranderen

Toen ik tien jaar geleden begon als fotograaf, was Twitter hot. Veel van mijn Twitter-vriendjes hadden net als ik een fotoblog. Hierop zette je dan jouw nieuwste, mooiste foto en op Twitter plaatste je vanzelfsprekend een linkje om te zeggen: yo check it out!“.

Anno 2019 is Twitter absoluut geen uitgestorven medium – ik weet dat er nog een hele fanatieke club Twitteraars zijn die dagelijks veel plezier aan het platform beleven. Maar je foto’s delen zoals toen, dat doen we niet echt meer. Zelf heb ik geen fotoblog meer, noch mijn Twittervriendjes van toen. (Leuke sidenote: een paar van de Twittervriendjes van toen, zijn goede in-real-life-vrienden geworden).

Dé plek om foto’s te delen is nu natuurlijk op Instagram. (Lees in de complete gids over Instagram alles over dit geweldige social medium). In de tussentijd zijn er ook nog andere fotowebsites populair geweest, denk aan Flickr en 500px. Maar als ik terugkijk op de afgelopen pakweg vijftien jaar, dan realiseer ik dat de manier waarop we foto’s met elkaar delen continu in beweging is. Het ene platform wordt populair, totdat er weer iets nieuws voorbij komt. Totdat het nieuwe weer vervangen wordt door het allernieuwste. Enzovoorts.

Natuurlijk hoop ik dat Instagram over vijf jaar nog niet doodgebloed is. Ik kan het me zelfs niet voorstellen. Maar toch, het kán. Nothing lasts forever, right? 

Wat als Instagram stopt?

Natuurlijk kun je jezelf afvragen; is het dan ook erg als Instagram stopt? Ik zou zeker flink balen als er een moment komt dat er bijna geen activiteit meer is op Instagram. Ik beleef er veel plezier aan en steek er stiekem toch ook best wat tijd in. Maar ergens denk ik ook dat een wisseling van de wacht er bij hoort. En hopelijk ben ik dan ook weer mee naar het volgende, wat dat ook mag zijn. Ik denk dat een verminderde populariteit van Instagram vooral heel vervelend is voor de influencers die leven van de insta-fame. Want dat is dan – poeffff – in een keer weg.

14. Neem de tijd voor het maken van die ene (top)foto

Ik heb de afgelopen paar jaar geleerd om meer de tijd te nemen voor het maken van een foto. Ik ervaar meer rust. Misschien is het omdat ik wat jaartjes ouder (en wijzer?) ben, misschien is het omdat ik meer ervaring heb, misschien is het omdat ik een heleboel al een keer gefotografeerd hebt, misschien is het toeval.

In vergelijking met vijf jaar geleden, of verder terug, neem ik nu duidelijk meer de tijd als ik bijvoorbeeld een landschap fotografeer. Op zoek naar die éne perfecte compositie of wachtend op dat éne perfecte moment.

Geen FOMO meer

Je zou ook kunnen zeggen dat ik minder last heb van FOMO; fear of missing out. Of in deze context; fear of missing other (shots). Niet langer focus ik op de foto’s die ik allemaal nog meer kan maken. Ik besteed meer tijd om die ene foto waar ik nu bezig mee ben, te perfectioneren. Het gevolg is dat ik minder als een kip zonder kop van de ene naar de andere plek ren. Liever heb ik één topfoto dan twintig nét-nietfoto’s.

Niet elk type fotografie is geschikt om de tijd voor te nemen

Wat meespeelt in dit leerproces – want ja, ik heb dit wel echt moeten leren – is dat mijn aandacht, focus en hart momenteel vooral op landschaps- en natuurfotografie ligt. Tussen 2011 en 2014 fotografeerde ik vooral kinderen. Tijdens zo’n fotosessie wist ik dat er maar een beperkte aandachtspanne was van de kids. En in die beperkte tijd wilde ik een mooi individueel portret maken (met een echte glimlach uiteraard), daarnaast ook graag een paar toffe foto’s van broertjes en zusjes samen en als het kan ook nog even op de foto met papa en mama.

Wanneer je een gevarieerde serie wilt aanleveren aan de ouders of de klant, dan is er simpelweg niet altijd de tijd om die ene, perfecte close-up foto te maken. Bovendien paste het ook niet bij mijn voorkeur voor kinderfotografie. Ik wil dat kids spelen, plezier hebben en ze alles behalve een uur op hun kont vastplakken op de stoel. ;)

De tijd nemen voor de perfecte foto past dus niet in iedere situatie, zoals bijvoorbeeld bij wildlifefotografie. Vaak is het ook een kwestie van geluk. En bij vogelfotografie zal een mooie vogel niet braaf een uur voor jou poseren op die ene tak, zodat jij hier rustig de tijd voor kan nemen. Maar… als je een foto hebt gemaakt, kun je er wel voor kiezen om nog niet je camera in te pakken, maar te wachten tot de vogel terug komt. Of op een ander moment naar deze plaats terug te gaan, in de hoop dat-ie weer verschijnt.

Dus, als de situatie zich eens voordoet, hoop ik ook dat je probeert om de tijd er voor te nemen. Bedenk wat je op dat moment kunt doen om de foto nog net ietsje beter te maken.

Parijs

Parijs, 2007

15. Mijn allerbelangrijkste les: maak foto’s omdat je blij wordt en nergens anders voor.

Ik ben ooit begonnen met fotograferen door mijn liefde voor reizen. Reizen en fotografie zijn voor mij onlosmakelijk verbonden. En het is dan ook niet gek dat ik een boek over reisfotografie schreef.

In 2009 begon ik mijn professionele carrière in de fotografie. Of anders gezegd; ik verdiende er mijn geld mee. Ik schreef mij in september in bij de Kamer van Koophandel en nog geen jaar later was ik afgestudeerd (geen fotografie, maar een Master Bewegingswetenschappen) en werkte ik fulltime als fotograaf. Voor mijzelf had ik een hele duidelijke afspraak gemaakt en die luidde “Ik mag van fotografie mijn werk maken, zolang het ook mijn hobby blijft.” Want dat was iets wat ik vreesde; wat als ik het plezier in fotografie kwijt raak?

In het eerste jaar nam ik allerlei opdrachten aan; van portretten tot newbornshoots. Van bruiloften tot commerciële reportages. Ik ontdekte wat ik het leukst vond om te doen en specialiseerde mij in kinder- en gezinsfotografie: daar haalde ik het meeste plezier uit. Doordat ik nee kon zeggen tegen de opdrachten die ik minder leuk vond (“Wil jij ons netwerkevenement fotograferen?“), bleef fotografie ook mijn hobby. Op reis klikte ik er nog vrolijk op los en genoot ik van alles.

Maar… ik moet wel toegeven, het werd een hobby die ik alleen deed als ik op vakantie was. Want in Nederland ‘voor de lol fotograferen’, dat deed ik niet meer. Mijn Lightroom catalogus stond alleen maar vol met foto’s van andermans kids. Reisfotografie was nog mijn hobby, maar als ik thuis was, voelde fotograferen toch gewoon wel als werk met verplichtingen.

Marius van der Sandt Academy beurs

Fast forward naar 2016, het jaar waarin ik de Marius van der Sandt Academy beurs won. Zoals ik hierboven al schreef; in zo’n jaar werk je aan een zelfgekozen fotoserie. Ik werkte inmiddels al niet meer in opdracht. Nadat ik het jaar ervoor terug kwam van een lange reis met mijn vriend, begon ik met het schrijven van mijn boek reisfotografie. Dat was een enorme klus en om te zorgen dat ik mijn volle aandacht hiervoor had, nam ik geen nieuwe fotosessies meer aan.

Toen ik aan het beursjaar begon in de tweede helft van 2016 was mijn boek Reisfotografie in de verkoop. Ik werkte fulltime aan Vink Academy, zonder betaalde opdrachten. In feite had ik dus de volledige vrijheid om te werken aan het fotoproject over de Loonse en Drunense Duinen. Ik had dit onderwerp zelf gekozen, omdat ik altijd gegrepen werd door de schoonheid van dit gebied. Het leek haast niet-Nederlands.

Nu denk je misschien; “Wat fijn. Wat een vrijheid. Heerlijk om weer echt met je hobby aan de slag te gaan.”

Dat had ik tenminste van te voren gedacht. Maar het liep toch iets anders.

Bloed, zweet en tranen

Het werken aan de fotoserie bracht een enorme druk met zich mee. Ik wilde mijzelf bewijzen aan de begeleidende fotografen, ik wilde ze laten zien dat ik de kans terecht had verdiend. Het hele gebeuren gaf me in feite een prestatiedrang waardoor ik op een bepaalde manier anders ging fotograferen. Hoewel het een zelfgekozen serie was, voelde het na een tijd alles behalve iets waar ik plezier aan beleefde.

Het was dus onvermijdelijk dat ik in het proces mijzelf tegenkwam. Frustratie, teleurstellingen en een hoop tranen. Van tijd tot tijd leek het ook een persoonlijke zoektocht over mijn doel met de fotografie. Na vele goede gesprekken met onder andere Theo Bosboom en Bas Meelker, kreeg ik van hen een heel simpel advies. “Laura, vergeet de beurs, vergeet het verhaal, vergeet de serie. Ga weer foto’s maken waar jij blij van wordt.”

Dus dat deed ik.

En nadat ik alle verwachtingen over de gewenste uitkomst losgelaten had, lukte het haast als vanzelf om de mooie foto’s weer te maken. Foto’s die net een stapje verder gingen dan de rest, omdat ik ze maakte vanuit mijn eigen intrinsieke motivatie en nergens anders voor. Het werd mijn allerbelangrijkste les.

Foto’s maken vanuit intrinsieke motivatie

Uiteindelijk werd mijn fotoserie gepubliceerd in de National Geographic. Iets waar ik nog steeds heel trots op ben, maar het proces dat ik ervoor meemaakte, zie ik als onbetaalbaar.

Sindsdien staat het als een paal boven water: ik fotografeer niet voor de likes, niet voor de roem, niet voor naamsbekendheid en niet voor het geld (al zou ik je in geval van het laatste sowieso een ander beroep aanraden). Ik wil vroeg op staan voor een zonsopkomst, zodat ik mij kan verwonderen over de prachtige kleuren in de lucht. Ik fotografeer in de ijskou – terwijl ik niet van kou houd – omdat ik blij word van de plaatjes die het me oplevert.

Ik wil bij geslaagde foto’s blijven juichen als een klein kindje dat een ijsje krijgt. En ik wil happy dances maken als dat wat ik in gedachten had, ook gelukt is vast te leggen in beeld.

Ik moet de foto’s maken omdat ik het wil en er blij van word en nergens anders voor. Dat is mijn allerbelangrijkste les die ik nooit meer mag vergeten. En waarmee ik jou ook hoop te inspireren uiteraard.

Zonsopkomst

Loonse en Drunense Duinen, 2017

15 jaar fotografie ervaring: belangrijkste lessen en inzichten