Kerken, musea, stations en monumentale panden. Allemaal gebouwen waar je vaak glas-in-lood-ramen tegenkomt. Maar hoe zorg je dat je het gekleurde glas goed fotografeert? Welk licht heb je nodig? En hoe zit het met camera-instellingen zoals ISO? In dit artikel lees je er meer over.
1. Meer licht is beter
Hoe meer licht er door het glas-in-lood-raam schijnt, hoe makkelijker het is om het raam te fotograferen. Op een zonnige dag zie je de kleuren van het glas-in-lood-raam goed. Niet dat het op een bewolkte dag onmogelijk is, zeker niet. De foto hierboven maakte ik op een bewolkte dag. Het hangt er ook vanaf hoe licht het buiten nog is. Soms is op een bewolkte dag de lucht nog steeds erg ‘fel’ om naar te kijken (je knijpt makkelijker met je ogen). Op een grijze, donkere bewolkte dag is het fotograferen van het gekleurde glas een stuk moeilijker.
2. Camera-instellingen glas in lood fotograferen
Binnen in een kerk is het vaak donker en dat vraagt voor de juiste camera-instellingen: sluitertijd, diafragma, ISO. Ondanks het weinige licht fotografeer je glas in lood vaak prima uit de hand. Onderstaande foto maakte ik bijvoorbeeld met een sluitertijd van 1/320 en ISO 400. Je hebt dan geen statief nodig. En dat is fijn, want een statief gebruiken is vaak niet toegestaan in een kerk. Is de sluitertijd toch nog te lang? Verhoog dan de ISO-waarde en wees vooral niet te bang voor de ruis. Voor sommige foto’s in dit artikel had ik ISO 1600 nodig om nog uit de hand te fotograferen.