Ik ben dol op het fotograferen van landschappen, vooral als ik op reis ben. Berglandschappen zijn mijn favoriet; ze geven me het gevoel van de ongekende grootte van de wereld en dat ik maar een klein poppetje daarop ben. Dat gevoel wil ik ook graag overbrengen op een landschapsfoto, maar dat is meestal gemakkelijker gezegd dan gedaan want een landschapsfoto mist al snel een gevoel van diepte.

De uitdaging van landschapsfotografie

Het overbrengen van het gevoel van het weidse/grootse/uitgestrekte/immense van een landschap op een foto is per definitie lastig; de foto is namelijk een stuk kleiner dan het landschap (zelfs als je het afdrukt op een billboard) én het is een tweedimensionaal beeld: het heeft geen diepte. Het gevoel van diepte kun je echter behouden door de compositie bewust te kiezen.

Balans tussen voorgrond en omgeving

Bij het fotograferen van landschappen is het belangrijk dat de compositie een goede balans geeft tussen de omgeving op de voorgrond en de omgeving op de achtergrond. Door niet alleen maar te focussen op datgene in de verte maar door ook iets van het landschap om de voorgrond te plaatsen, krijg je het gevoel van diepte weer terug.

Onderstaande foto maakte ik op Madeira aan de noordkant van het eiland. Om meer het gevoel van diepte te geven aan dit landschap fotografeerde ik het met een stel varens op de voorgrond. Hierdoor werden bovendien de huizen in opbouw linksonder (die niet zo goed paste bij het dorpje) verborgen en maakt de rode bloem het helemaal af.

Nog een foto van Madeira, maar nu de oostelijke punt van het eiland. Door dicht bij de grond te fotograferen vormden de grassprieten een mooie voorgrond die de foto veel meer levendigheid gaven.

Datgene uit de omgeving wat op de voorgrond geplaatst wordt hoeft overigens niet altijd heel dichtbij de fotograaf te zijn. Op de foto van de Lünersee (Oostenrijk) gebruikte ik de oever van het stuwmeer (tientallen meters van mij vandaan) als voorgrond.

In Noorwegen fotografeerde ik deze gletsjer met het beekje op de voorgrond. Deze foto geeft meer het gevoel van diepte dan de foto waarbij er juist meer van de lucht op de foto staat. Het beekje als voorgrond is in mijn ogen voor de kijker bovendien een interessanter onderdeel uit de omgeving dan de extra hoeveelheid lucht.

De voorgrond hoeft tenslotte niet altijd helemaal scherp te zijn. De gele korenbloemen (gefotografeerd op het eiland Sardinië) zorgen hierbij niet alleen voor een mooi kader aan de onderkant, maar leiden de ogen van de kijker ook de diepte in. Het gevoel van diepte ontbreekt juist bij de foto zonder de korenbloemen als voorgrond.


Wist je trouwens dat ook personen op de voorgrond in beeld kunnen helpen om de foto diepte te geven? Kijk maar:
Diepte in het landschap: Wel of geen mensen op de foto

Voor meer voorbeelden en argumenten lees je het artikel over wel of geen mensen in je landschapsfoto’s.