In de bergen fotograferen vereist toch wel een iets andere aanpak dan landschapsfotografie in ons platte Nederland. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat de bergtoppen er goed op staan? Wat doe je met bergmeren? En waar moet je nog meer rekening mee houden? Of je nu naar de Alpen gaat of ergens anders op de top staat, lees vooraf zeker dit artikel met de praktische fototips voor berglandschappen.
Ieder jaar wil ik graag een portie vitamine B halen. Vitamine BERG om precies te zijn. Want een jaar zonder even tussen de hoge pieken doorgebracht te hebben, voelt voor mij niet compleet. Ik kan zó van de mooie berglandschappen en uitzichten genieten. Het liefst ga ik naar Oostenrijk, maar dit jaar flirtte ik nog met de Zwitserse Alpen en je hoort mij ook niet klagen als ik in Nieuw-Zeeland of Sri Lanka op een bergtop sta. Voor het schrijven van dit artikel had ik in ieder geval genoeg foto’s in mijn archief zitten! :)
1. Hoe hoog zijn de bergen en hoog sta je zelf?
Fotografeer je een berglandschap het beste uit het dal of juist vanaf de top? Dat hangt sterk af van de hoogte van de bergen. In Zwitserland was ik in het kanton Wallis – dat is een soort provincie. Hier was ik omcirkeld door toppen van vaak meer dan vierduizend meter hoog. Maar in het dal zag je die niet. Je moet dan echt de berg op om de piek te kunnen zien. Op de top heb je natuurlijk een mooi uitzicht, maar tegelijkertijd is het dal weer ver weg. En soms zie je dan niet eens het dorp in het dal. Meestal fotografeer ik bij hoge bergen ergens ‘halverwege’, maar bij minder hoge pieken sta ik ook graag gewoon op de top.
2. Vanuit het kabelbaantje fotograferen
Zorg dat je jouw camera paraat hebt zodra je een kabelbaantje ingaat, want vaak heb je onderweg een mooi panorama. Je hebt bijvoorbeeld minder last van bomen of struiken die het uitzicht belemmeren (zoals tijdens een wandeling kan gebeuren), omdat de weg omhoog vrijgemaakt is voor de kabelbaan.
Meestal probeer ik de camera door het raampje van de cabine te steken. Als die helemaal gesloten is, zoek dan een stukje schoon glas (plastic) en zet je camera er zo dicht mogelijk op. Zo verminder je eventuele reflecties. Hier heb je natuurlijk geen last van bij een stoeltjeslift. Alleen dan wordt het weer wat lastiger om achterom te fotograferen (en kan je hond bijvoorbeeld niet mee).
Sowieso moet je altijd voorzichtig zijn dat de camera niet uit je handen valt, dus draai de riem van je toestel goed om je handen. Ikzelf vind het daarom een stuk enger om met mijn smartphone uit het raam te fotograferen, want daar zit geen riem aan vast en ik ben bang dat-ie tussen mijn vingers glipt.
3. Fotografeer op het juiste tijdstip
Niet elke bergtop is geschikt om elk moment van de dag te fotograferen. Of beter gezegd; de bergtop komt niet altijd het beste tot zijn recht. Dit heeft onder andere met de richting van de zon te maken. Als je de zon in je rug hebt bij het fotograferen van een berglandschap, dan lijkt de foto snel plat. Juist als het licht iets meer van opzij komt, geeft dit meer een gevoel van diepte door de schaduwen.
Kijk maar eens naar de twee foto’s hieronder. De foto’s zijn om 14 uur ’s middags direct na elkaar gemaakt, met als enige verschil dat ik 90 graden gedraaid ben.
Wat is dan het juiste tijdstip? Dat verschilt per berg en is ook weer afhankelijk van waar jij staat. Hieronder nog een voorbeeld, met drie keer dezelfde bergtop.
4. Geef diepte aan de landschapsfoto door iets op de voorgrond te zetten
Nog een trucje om meer diepte aan de foto te geven is om iets op de voorgrond te plaatsen in je landschapsfoto. Dit kunnen bloemen zijn, stenen, een hekje of een klein meertje. Opties genoeg! Je creëert zo meerdere lagen in het beeld en dat zorgt voor de dieptewerking.
5. Wolken voegen (bijna) altijd iets toe aan je foto
Ik dacht altijd dat een strakblauwe lucht het beste was wat je jezelf kon wensen in de bergen. Want: zon. Ik word altijd heel blij als ik in mijn t-shirt en korte broek op twee-en-een-half duizend meter van het uitzicht kan genieten. Maar, ik heb ook geleerd dat voor mooie foto’s wolken ontzettend belangrijk zijn. Wolken zorgen de ene keer voor meer sfeer, een andere keer voor drama. Soms zorgt het voor een mooie vulling van de lucht of zorgt het voor schaduwen op het landschap. Kortgezegd; wolken voegen bijna altijd wel iets toe aan je foto! In het artikel over wolken en lucht bij landschapsfotografie geef ik je nog meer voorbeelden.