Kies een onderwatercamera of maak je camera waterproof met een onderwaterhuis en spring het water in. Of je nu in het zwembad bent, duikt of snorkelt op een tropische bestemming, onderwaterfotografie vereist niet alleen een onderwatercamera, maar ook andere instellingen dan bovenwater. In dit artikel lees je daarom 14 tips voor het fotograferen onderwater.

1. Keuze van de onderwatercamera (waterdicht vs onderwaterhuis)

Wanneer je onder water foto’s wilt maken, heb je vanzelfsprekend een waterdichte camera nodig. Er zijn verschillende mogelijkheden om je camera waterproof te maken, waarbij de keuze van de camera af hangt van het type camera, hoe diep je onder water wilt gaan en je budget.

“Er zijn verschillende mogelijkheden om onder water te fotograferen, zoals met een waterdichte (compact)camera of een onderwaterhuis voor je camera.”

Allereerst zou je kunnen kijken naar een waterdichte (compact) camera die je zonder extra bescherming het water in kan nemen. Er zijn verschillende merken die waterdichte camera’s verkopen, zowel van Nikon, Canon en de ‘Tough’ serie van Olympus. De diepte tot waar de camera waterproof is, varieert meestal van 3 meter tot bijvoorbeeld 15 meter met de Olympus TG-2 (deze camera mocht ik lenen van Olympus om tijdens mijn vakantie in Thailand te testen). Als je geen duiker bent, heb je vaak niet meer nodig dan een maximale diepte van 3 meter en kun je hiermee fantastische foto’s maken in het (buiten)zwembad of tijdens het snorkelen. Of natuurlijk ook gewoon bovenwater zonder dat je bang hoeft te zijn dat de camera nat wordt.

Wil je dieper gaan duiken dan de maximale toegestane diepte van de camera, dan kun je kiezen voor een zogenaamd ‘onderwaterhuis’ om je camera te beschermen. Hiermee kun je een camera vaak tot 30 meter of dieper meenemen onder water en is daarom geschikt voor (advanced) duikers. De prijzen van een onderwaterhuis varieëren van 100 tot 200 euro voor de meeste compactcamera’s, tot al snel in de honderden of duizend(en) euro’s voor je spiegelreflex camera. Bij een spiegelreflex camera heb je niet alleen de kosten van het onderwaterhuis voor de body maar ook aparte onderdelen afhankelijk van je lens. Een onderwaterhuis is vaak gemaakt voor een specifiek type camera, wat dus een behoorlijke investering kan zijn als je later van camera body wisselt.

Wil je slechts een keertje onder water foto’s maken om te proberen zonder geld te investeren in bovenstaande oplossingen? Dan zijn de twee goedkoopste alternatieven een onderwaterwegwerpcamera (met filmrolletje) en een onderwaterzak, een speciaal soort plastic tas waar je de compactcamera in kunt doen. Met allebei de oplossingen kun je de camera vaak meenemen naar een diepte van maximaal 3 meter. Ik heb met beide manieren in het verleden geëxperimenteerd en het is vooral belangrijk er niet teveel van te verwachten. Bij de onderwaterwegwerpcamera kreeg ik enkel goede resultaten als ik niet dieper ging dan 1 á 1,5 meter op een zonnige dag, foto’s maken in het zwembad binnen zorgde altijd voor te donkere foto’s. De onderwaterzak voor je camera moet goed om de camera aansluiten, anders krijg je een luchtbel voor de lens waardoor het beeld van de foto vervormd wordt.

2. Voldoende geheugen

Waarschijnlijk is het een no-brainer: zorg dat de camera voldoende geheugen heeft voor het maken van foto’s onder water (en eventueel video’s). Je kunt in het water immers niet snel van SD- of CF-kaartje wisselen. Als je de camera in een onderwaterhuis hebt zitten, wil je deze daar ook tussen het duiken/snorkelen liever in laten zitten, om het risico te verkleinen dat er een stofje/haartje/vuiltje in komt waardoor het onderwaterhuis kan gaan lekken.

3. Ken je camera

Zorg dat je de onderwatercamera heel goed kent en (vrijwel) blind kunt bedienen. Dit geldt vooral als je camera in een onderwaterhuis zit, waardoor de icoontjes naast de knopjes vaak niet meer zichtbaar zijn. Als duiker ben je gebonden aan de zuurstof in de duikfles, en het is zonde om de kostbare tijd onder water door te brengen op zoek naar dat ene knopje.

4. Onderhoud camera

Spoel het onderwaterhuis of de waterdichte camera na gebruik in de zee af onder de kraan, zodat het zeewater geen zoutkristallen of vuiltjes achterlaat. Heeft het onderwaterhuis van je camera zogenaamde O-ringen; de rubberen ringen dat het water tegenhoudt bij de afsluiting? Vet deze dan regelmatig dunnetjes in om uitdroging en daarmee lekkage te voorkomen. Pas tenslotte op met zand en andere kleine stofjes.

5. Witbalans

Een eigenschap van water is dat het de kleuren uit het licht filtert, vooral de kleur rood. Hoe dieper je gaat, des te minder kleuren je daardoor nog ziet. Het verlies aan kleuren kun je (enigszins) compenseren door je camera in te stellen op een ‘onderwater’ witbalans.

Niet elke camera heeft een onderwater-witbalans welke je kunt instellen, en dan is de tip hierna extra van belang. Ga je diep onder water (vanaf ongeveer 10 meter), dan heeft deze witbalans nog maar weinig effect om de kleuren terug te brengen en biedt de flitser een oplossing.

6. Fotografeer in RAW

Als de camera het toelaat; fotografeer  in RAW in plaats van in JPEG. In de nabewerking kun je de onderwaterfoto vaak nog erg goed aanpassen, zoals de witbalans maar ook aan de belichting.

7. Fotografeer met het licht mee

Wanneer je niet zo diep onder water bent, is het goed om de richting van het licht in de gaten te houden. Fotografeer met de zon gericht op het onderwerp; dit geeft een beter resultaat dan wanneer de zon het onderwerp onder water van achteren verlicht.

8. Flitsen of juist niet flitsen?

Hoe dieper je onder water gaat, hoe donkerder het dus wordt en des te minder kleuren er zichtbaar zullen zijn op de foto. Je kunt dan het gebrek aan licht en de kleuren compenseren door gebruik te maken van een flits.

Als je een flitser gebruikt onder water, dan werkt dit het beste als je dichtbij bent. Hoe meer water tussen de camera en het onderwerp zit, hoe zwakker het effect van de flitser wordt en hoe meer kleuren er opnieuw uit het licht gefilterd worden.

Het nadeel van het gebruik van de flitser van je camera is dat het vaak een sneeuweffect geeft; de sneeuw/lichtpuntjes zijn stofjes/zand/etc die opgelicht worden. Je hebt hier het meest last van in troebel water, maar ook in het heldere water van tropische eilanden kun je hier last van hebben. In dit geval is het soms beter om niet te flitsen (als je bijvoorbeeld dichter onder het water oppervlakte bevindt) of door te werken met een losse externe flitser (strobes). Het onderwerp kun je met een losse flitser van opzij belichten en beter richten, waardoor je minder stofjes van voren belicht met als resultaat minder ‘sneeuw’ op de foto.

Een externe flitser heeft vaak meer power dan de standaardflitser, waardoor deze onderwerpen die verder weg zijn beter kan belichten. Uit ervaring weet ik inmiddels dat het werken met een externe flitser wel veel oefening vereist; je moet niet alleen de camera instellingen manueel regelen, maar ook de flitser instellen met de juiste lichtsterkte en richting.

9. Dichtbij en inzoomen

Kom dichtbij en/of zoom in op de vele mooie details die je onder water kunt vinden! Het zou zonde zijn als je deze vergeet. Voor de allerkleinste onderwerpen stel je de onderwatercamera in op macro-stand.

10. Continue modus bij onderwateractie

Ben je scholen vissen aan het fotograferen? Een voorbij zwemmende schildpad of misschien wel een haai? Als er één ding onder water lastig is, dan is het wel timing, helemaal als de compactcamera niet meteen reageert tijdens het afdrukken. Zet de camera het liefst in continue modus, zodat deze meerdere foto’s achter elkaar maakt en de kans op een geslaagde onderwaterfoto groter is.

11. Beweeg rustig onder water

Beweeg rustig onder water. Niet alleen voorkom je dat je de vissen weg jaagt, maar ook gebruik je zo minder zuurstof.

12. Helder water is beter

Hoe helderder het water, hoe scherpere onderwaterfoto’s je krijgt. Troebel water maakt dat een onderwerp wat te ver weg van de camera staat, al snel niet meer is dan een wazige vlek. Zorg dat je het water zelf niet troebel maakt door het zand van de bodem op te laten stuiven. Zwem in het opdiepe gedeelte in plaats van lopen en zorg dat je als duiker niet de dicht met je flippers bij de bodem wappert.

Gedurende de dag kan de helderheid van het water veranderen; houdt daar dus ook rekening mee als je foto’s wilt maken. Het ondiepe gedeelte van een meertje is aan het eind van de dag een stuk minder helder dan ’s middags nadat er veel in is gezwommen en ook een buitenzwembad wordt vaak troebel als er veel badgasten ingesmeerd met zonnebrand het water in duiken.

13. Goede buoyancy

Een goede balans onder water is erg belangrijk, zodat de foto niet bewogen is als gevolg van jouw bewegingen. Als duiker zorg je voor een goede buoyancy (drijfbalans) met het vest samen met je ademhaling. Als zwemmer ben je enkel aangewezen op dat laatste. Geef jezelf eventueel extra steun met een of meer vingers in de bodem of aan een rots, maar raak nooit de koraalriffen aan die je hiermee onherstelbaar kunt beschadigen.

14. Aftellen

Fotografeer je mensen onder water? Maak dan afspraken wanneer je de foto maakt, bijvoorbeeld door af te tellen met je vingers of eerst even te zwaaien. Op die manier kun je voorkomen dat luchtbellen voor het gezicht hangen. Vergeet tenslotte niet dat duikers, met een grote bril en ademapparaat in de mond, nooit charmant op de foto zullen staan onder water. Zie hieronder mijn onderwaterportret als bewijs ;)