Leer wat een slim object is in Photoshop en waarom je zo’n smart object goed kan gebruiken bij het maken van een collage. Je leert ook wat het verschil is tussen een gekoppeld slim object en een ingesloten slim object, en wat de voor- en nadelen van elk zijn.

Wat is een slim object?

Een slim object (smart object) is een laag in Photoshop. Om precies te zijn: een non-destructieve laag. Je gebruikt een slim object bijvoorbeeld in een collage, waarbij je meerdere foto’s combineert. Met een slim object koppel je twee of meer bestanden als het ware aan elkaar.

Het ‘slimme’ aan een slim object is dat je alle bewerkingen kunt uitvoeren, maar het origineel wordt nooit aangetast. Terwijl de bewerking die je doet, uiteraard wel zichtbaar is.

Dit heeft twee voordelen:

  1. Je kunt de laag zonder kwaliteitsverlies verkleinen en vervolgens weer vergroten.
  2. Als je in de collage maar één foto wilt aanpassen, dan kun je dit doen met het origineel.

In het artikel hieronder lees je hoe je een foto als slim object in Photoshop plaatst. En laat ik je visueel de voordelen zien.

Plaatsen als slim object

Stel: je wilt een collage maken met twee foto’s in één Photoshop-document. Je opent dan eerst een leeg Photoshop-bestand. Vervolgens ga je naar Bestand > Gekoppelde plaatsen.

Screenshot Photoshop: menu: bestand > gekoppelde plaatsen.

In het menu bovenin klik je op Bestand > Gekoppelde plaatsen

Kies de map waar de te koppelen foto staat. Klik de bestandsnaam aan en dan op OK. De foto wordt nu als nieuwe laag in het bestand geladen. In het voorbeeld laat ik het zien met de foto van m’n hond.

Screenshot Photoshop met voorbeeld van slim object

De foto is nu als aparte laag in het document geplaatst. De blauwe rand en diagonale lijnen laten zien dat het een smart object is.

Aan de blauwe rand en diagonale lijnen herken je dat de foto als slim object geplaatst wordt. Je kunt de foto nu ook direct verplaatsen of van grootte veranderen. Klik op Enter als je daar mee klaar bent. De blauwe lijnen verdwijnen dan.

Eerste voordeel slim object: zonder kwaliteitsverlies verkleinen & vergroten

Om het verschil tussen een slim object en een gewone laag te laten zien, open ik in Photoshop een foto van een kat. Deze laag kopieer ik naar het Photoshop-document waar ik de collage wil maken (en waar de foto van de hond dus al staat). Hoe je een laag van het ene Photoshop-bestand naar de andere kopieert, staat uitgelegd in het artikel over het werken met lagen in Photoshop.

Screenshot Photoshop om verschil uit te leggen tussen smart object en gewone laag

De foto van de kat is als gewone laag in het document geplaatst. In het venster van de lagen zie je het verschil tussen de foto van de kat (gewone laag) en de foto van de hond (slim object) aan het icoon ervoor. Bij een slim object is dat een icoon van een link, omdat het gekoppeld is.

We hebben nu beide foto’s in één bestand. Allebei de lagen verklein ik nu. Selecteer hiervoor de laag en ga dan naar Bewerken > Transformatie > Schalen. Of gebruik de sneltoets CTRL + T (Windows) of CMD + T (Mac).

In de hoeken verschijnen kleine vierkantjes. Door daar aan te trekken maak je de foto kleiner. Merk je dat de beeldverhouding niet gelijk blijft? Houd dan SHIFT op het toetsenbord ingedrukt om de beeldverhouding vast te zetten. (Doe je dat niet, dan kan de foto er ineens heel erg ‘uitgerekt’ of ‘ingedeukt’ uitzien.)

Hieronder zie je dat ik de foto’s een heel stuk verkleind heb.

Photoshop screenshot: beide foto's in het docunent zijn verkleind

Photoshop screenshot: beide foto’s in het document zijn verkleind

En dan nu het voordeel van een slim object. Stel dat je een foto hebt verkleind in een (potentiële) collage. Maar je schuift wat met de foto’s en bedenkt dan “oh die foto moet eigenlijk toch groter“. Als je geen slim object hebt gebruikt, dan geeft dat problemen. Kijk maar.

De foto van de kat is na het verkleinen en opnieuw vergroten minder scherp. Bij de foto van de hond is er geen verschil

De foto van de kat is na het verkleinen en opnieuw vergroten minder scherp. Bij de foto van de hond is er geen verschil. Klik op de afbeelding om ‘m groter te bekijken.

Allebei de lagen heb ik via transformatie weer vergroot. Maar de foto van de kat is onscherper geworden. Dat komt omdat Photoshop bij het verkleinen pixels weggegooid heeft. Bij het vergroten heeft Photoshop die pixels er weer bij verzonnen, maar dat doet-ie nooit zo goed als dat het origineel was. Aiii….

De foto van de hond is nog precies even scherp. Omdat het slimme object een non-destructieve laag is, zijn er geen pixels weggegooid en is het origineel onaangetast. Daardoor kan de foto ook weer goed groot scherp getoond worden.

En om het verschil nog duidelijker te laten zien (helemaal op een klein beeldscherm), heb ik het startpunt (het origineel) en de verkleinde + vergrootte versie even bij elkaar gezet. Klik op de afbeelding om ‘m groter te bekijken.

Verschil tussen een slim object dat verkleind en vergroot is, en een gewone laag. Er zit geen verschil in scherpte tussen de foto’s van de hond, maar de foto van de kat is onderin wel een stuk onscherper geworden.

Het eerste voordeel van een slim object is dus dat je foto’s zonder beperkingen kan verkleinen en vergroten binnen een Photoshop-bestand.

Tweede voordeel slim object: aanpassingen aan het origineel zijn direct zichtbaar in de collage

Een tweede voordeel is dat een wijziging aan het originele bestand, ook automatisch verwerkt wordt in de collage.

Hieronder een nieuw voorbeeld van een drieluik (een collage met drie foto’s). Ik selecteer de foto’s hiervoor en zet ze stuk voor stuk als smart object in hetzelfde Photoshop-document.

Een collage met drie foto's. Alledrie de foto's zijn als slim object in het Photoshop document geplaatst.

Een collage met drie foto’s. Alledrie de foto’s zijn als slim object in het Photoshop document geplaatst.

Pas als de foto’s naast elkaar staan, valt het me op dat de rechterfoto in de sneeuw eigenlijk nog iets te donker is. Hij past daardoor niet mooi bij de andere twee.

Dit kun je nu aanpassen door een aanpassingslaag te maken en een masker te gebruiken zodat dit effect alleen zichtbaar is voor de derde foto.  Of…. je maakt het origineel van de rechterfoto lichter. Zodra die wijziging is opgeslagen, wordt het ook zichtbaar in deze collage.

Een manier om het origineel aan te passen, is door het bestand bijvoorbeeld opnieuw te exporteren vanuit Lightroom. Je overschrijft dan het gekoppelde bestand. De foto sneeuw-rechts.jpg wordt dus vervangen door een lichtere versie, met dezelfde bestandsnaam.

Een tweede optie is dat je dubbelklikt op het icoontje van de laag ‘rechts’. Photoshop opent nu de originele foto, zodat je daar jouw aanpassingen kunt doen. Nadat je dit hebt opgeslagen (als JPG), zie je dit ook direct in de collage.

Het origineel van het gekoppelde bestand is bijgewerkt. In de collage is dit ook direct zichtbaar. De rechterfoto is lichter en de foto's passen nu beter bij elkaar.

Van de foto rechts is het origineel lichter gemaakt. In de collage is dit ook direct zichtbaar. De foto’s passen nu beter bij elkaar.

Door de foto’s als smart object te koppelen, zijn wijzigingen aan het origineel direct zichtbaar in de collage. Je hoeft dus niet na iedere aanpassing de foto opnieuw in het Photoshop-bestand te laden, om vervolgens te verkleinen en verplaatsen. Dat kan je ontzettend veel tijd schelen.

Gekoppeld of ingesloten slimme objecten?

Je kunt een slim object op twee manieren plaatsen. Gekoppeld en ingesloten.

Bij gekoppeld verwijst Photoshop naar het origineel dat op een andere plek op de computer staat. Het is daarom belangrijk dat dat bestand op dezelfde plek op je computer blijft staan, met dezelfde bestandsnaam. Zodra dit verandert, is het origineel niet meer beschikbaar in het Photoshop-bestand van de collage. Je krijgt dan deze foutmelding:

Oeps, het gekoppelde slimme object is verplaatst of heeft een andere bestandsnaam gekregen. Photoshop kan 'm nu niet meer vinden.

Oeps, het gekoppelde slimme object is verplaatst of heeft een andere bestandsnaam gekregen. Photoshop kan ‘m nu niet meer vinden en geeft dat aan met de rode cirkel met het vraagteken erin.

 

Bij de voorbeelden hierboven werkte ik met gekoppelde slimme objecten.

Het alternatief zijn ingesloten slimme objecten. Je kiest hiervoor Bestand > Ingesloten plaatsen. Of je sleept een foto vanuit Verkenner of Finder rechtstreeks naar het Photoshop-document. Het origineel wordt nu ook in het Photoshop-bestand wordt opgeslagen. Vandaar de term ‘ingesloten’. Verander je de bestandsnaam of de locatie van de foto die je gebruikte als smart object? Dat maakt dus niet uit, want de foto is gekopieerd en zit nu ingebakken in het Photoshop-bestand.

Het verschil tussen gekoppelde en ingesloten slimme objecten zie je ook aan het icoontje bij het venster Lagen.

Aan het icoontje bij de laag kun je zien of het gaat om een ingesloten of een gekoppeld slim object.

Aan het icoontje bij de laag kun je zien of het gaat om een ingesloten of een gekoppeld slim object.

Je begrijpt vast wel dat een Photoshop-bestands met (veel) ingesloten foto’s, meer bestandsruimte kost dan wanneer de foto’s niet ingesloten zijn. Dat kan een overweging zijn om alleen te werken met gekoppelde slimme objecten. Een ander argument is dat, zodra de foto ingesloten is, dan moeten wijzigingen aan dit ingesloten bestand altijd in Photoshop verwerkt worden. Je kunt de foto dus niet meer overschrijven door ‘m opnieuw vanuit Lightroom te exporteren. Het voordeel van een ingesloten slim object is dat je de gekoppelde bestanden niet apart hoeft te bewaren.

Welke keuze je maakt, hangt daarom vooral af van jouw workflow bij het bewerken en organiseren van foto’s.

Heb jij wel eens met een slim object in Photoshop gewerkt? Was dat bij het maken van een collage of iets anders? Laat het weten in de reacties!