Sommige bewerkingen wil je niet op de hele foto toepassen, maar slechts op een deel. In Photoshop heb je hiervoor maskers. Per laag kun je een masker aanmaken waarmee je een deel van het effect verbergt en zo dus aangeeft waar het effect wel zichtbaar moet worden. In dit artikel vertel ik je hoe je zo’n laagmasker in Photoshop aanmaakt voor een aanpassingslaag of als je bijvoorbeeld twee foto’s over elkaar zet.

Voordat we beginnen…

Voordat ik ga uitleggen hoe je met Photoshop maskers werkt, zijn twee dingen belangrijk. Het eerste is dat je weet hoe lagen werken en wat aanpassingslagen zijn. Ben je hier nog niet bekend mee? Lees dan eerst het artikel over werken met lagen in Photoshop. Daarnaast is het belangrijk om een paar gereedschappen en sneltoetsen te kennen. Die bespreek ik hieronder.

Gereedschappen en sneltoetsen Photoshop CC

Emmertje

Met het emmertje vul je een leeg canvas met één specifieke kleur. Makkelijker kan niet; het enige wat nodig is, is één keer klikken op een leeg vlak. De sneltoets van het emmertje is G.

Verloop

Onder het icoontje van het emmertje staat Verloop. Houd het knopje van het Emmertje ingedrukt om Verloop te kiezen. Met Verloop vul je een leeg vlak met twee kleuren die geleidelijk in elkaar overlopen. Bijvoorbeeld: de bovenkant van het lege vel wordt blauw en de onderkant wordt geel. Daartussen zit een overgang; het blauw loopt langzaam over in geel.

Je vult het canvas met een verloop van boven naar beneden door te klikken met je muis aan de bovenkant en vervolgens een streep omlaag te trekken. Hoe langer de streep, hoe groter het overgangsgebied is. Bij de eerste foto hieronder trok ik de lijn van de bovenkant tot de onderkant van het beeld. Bij de tweede foto was het een korte streep die ik omlaag trok in het midden van de foto. Hierdoor krijg je een harde overgang. Tip: Als je de SHIFT-toets ingedrukt houdt, dan krijg je een loodrechte lijn.

Verloop Gradient

Verloop met langzame overgang tussen de kleuren

Photoshop verloop met harde overgang tussen de kleuren.

Verloop met harde overgang tussen de kleuren.

Gummetje

Tja, ik hoef je vast niet uit te leggen wat een gummetje doet, toch? De sneltoets van het gummetje is E. Er zijn verschillende eigenschappen die je aan een gum kunt meegeven. Ik bespreek er drie:

Grootte
De grootte van het gummetje in pixels. Met de sneltoets [ maak je het gummetje (of een ander penseel) kleiner. Met ] maak je ‘m groter.

Hardheid
Wil je gummen met een zachte rand? Of moet de gum precies één lege cirkel achterlaten. Dat geef je aan met de hardheid. Een hardheid van 100% geeft de harde rand, de waarde van 0% geeft de zachtste rand. De hardheid verhoog je met sneltoets } en verlaag je met sneltoets {

Links: gum met een harde rand (hoge hardheid) Rechts: dezelfde grootte, maar nu met een zachte rand (lage hardheid)

Links: gum met een harde rand (hoge hardheid)
Rechts: dezelfde grootte, maar nu met een zachte rand (lage hardheid)

Dekking
Dekking is de functie die je misschien zou verwachten onder de noemer hardheid. Bij dekking gaat het er om hoe hard je gumt. Zet jij zoveel kracht op de gum dat-ie het papier bijna kapot scheurt of veeg je zachtjes over de potlootstreken? Hard gummen heeft een dekking van 100%. Zacht gummen heeft een lage dekkingswaarde. Om hetzelfde vlak uit te gummen heb je bij hard gummen maar één keer vegen nodig, terwijl bij een dekking van 10% je tien keer over het vlak moet bewegen.

Sneltoets D en X
Voor het werken met maskers is het gemakkelijk als je verder sneltoets D kent. Met D zorg je dat de geselecteerde kleuren, onderaan bij het gereedschap, weer op wit en zwart staat. Wit is de voorgrondkleur, die staat ook iets voor zwart, de achtergrondkleur. Typ je nu de X op je toetsenbord in, dan worden de voorgrondkleuren omgedraaid.

Maskers in Photoshop

Goed, je kent nu de minimaal vereiste gereedschappen en je weet hoe lagen werken en waarvoor er aanpassingslagen zijn. Aan de slag met maskers! We gaan nu het effect van een aanpassingslaag op één specifiek deel van de foto toevoegen. Met behulp van het masker geven we aan op welke plek het effect wel zichtbaar wordt en waar niet.

Onderstaande foto gebruik ik als voorbeeld voor dit artikel. Hier wil ik de lucht graag een stuk dreigender en donkerder maken, zonder dat het de landschap verandert.

De originele foto.

De originele foto.

Als eerste maak ik een aanpassingslaag aan. Laag > Nieuwe Aanpassingslaag > Helderheid/Contrast. Helderheid zet ik op -50, Contrast op +90.

Het beeld heeft zeker een dreigender karakter gekregen, het resultaat is nu als volgt.

De aanpassingslaag zorgt voor een donkere foto met meer contrast. De lucht is een stuk dreigender in de foto, maar de rest van de foto natuurlijk ook. In de volgende stap gaan we daarom een masker toepassen.

De aanpassingslaag zorgt voor een donkere foto met meer contrast. De lucht is een stuk dreigender in de foto, maar de rest van de foto natuurlijk ook. In de volgende stap gaan we daarom een masker toepassen.

Masker gummen

Hoe gaan we het effect nou alleen op de lucht toepassen? Dit is waar het masker om de hoek komt kijken. In het venster met de lagen zie je naast de aanpassingslaag een wit vlak staan. Dit is het laagmasker. Wit betekent dat het effect van de aanpassingslaag doorgelaten wordt. Bij zwart wordt het effect tegengehouden.

Het witte vlak bij de aanpassingslaag Hedlerheid/contrast is het laagmasker in Photoshop

Het witte vlak bij de aanpassingslaag Helderheid/contrast is het laagmasker. Wit betekent dat het effect overal toegepast wordt.

Om het laagmasker zwart te maken selecteer je de aanpassingslaag. Pak het emmertje en zorg dat zwart als voorgrondkleur ingesteld is (sneltoets D gevolgd door X). Klik nu één keer op de foto. Het effect over de foto verdwijnt.

Nu pakken we het gummetje erbij. Ik maak het gummetje redelijk groot (200 px), maar met een zachte rand (0%). Vervolgens gum ik over de lucht. Je ziet in het laagmasker de witte streep verschijnen en op diezelfde plaatsen het effect van de dreigende lucht.

Heb je per ongeluk teveel gegumd? Draai de voor- en achtergrondkleur om met de sneltoets X. Je gumt nu zwart en daar waar je eerst teveel gegumd had, maak je dat nu ongedaan.

Het laagmasker in Photoshop is nu zwart en wit. Het landschap is zwart, hier wordt het effect van de aanpassingslaag tegen gehouden. De lucht is wit, daar wordt het effect doorgelaten.

Het laagmasker is nu zwart en wit. Het landschap is zwart, hier wordt het effect van de aanpassingslaag tegen gehouden. De lucht is wit, daar wordt het effect doorgelaten.

Tadaaa, het eindresultaat! Gebruik het schuifje om de foto te vergelijken met het originele beeld.

Photoshop masker maken met verloop / gradient

In plaats van het gummetje kun je in deze situatie ook heel goed verloop gebruiken. Ik verwijder nu het laagmasker door er met de rechtermuisknop om te klikken en kies Laagmasker verwijderen. Onderin bij het venster Lagen, zie je een icoontje van een rechthoek met een rondje eruit (naast fx). Klik daar op om een nieuw en leeg laagmasker aan te maken. In plaats van het emmertje pak je nu verloop. Selecteer daarbij het verloop van wit naar zwart. Als deze nog niet geselecteerd staat, doe je dat door links bovenin beeld op het verloop voorbeeld te klikken en de eerste voorinstelling te kiezen bij de verloopbewerker.

Selecteer in Photoshop de eerste instelling van de verloopbewerker om een overgang van wit naar zwart te krijgen.

Selecteer de eerste instelling van de verloopbewerker om een overgang van wit naar zwart te krijgen.

Selecteer opnieuw de aanpassingslaag en trek daarna een streep van iets boven de horizon tot de lijn ter hoogte van de hoed van het badeendje. Let op: deze volgorde is heel belangrijk. Je eerst klik bepaalt namelijk waar het witte deel komt, daar waar je de muis loslaat komt het zwarte deel. De lijn die ik trok zag er ongeveer zo uit:

Met deze lijn trok ik het verloop in de laagmasker in Photoshop.

Met deze lijn trok ik het verloop in het laagmasker.

Dat gaf het volgende masker.

Laagmasker in Photoshop met een gradient. Het wit loopt via grijs over in zwart. In het grijze gebied wordt het effect toegepast, maar niet maximaal. Je krijgt zo een geleidelijke overgang.

Laagmasker met een gradient. Het wit loopt via grijs over in zwart. In het grijze gebied wordt het effect toegepast, maar niet maximaal. Je krijgt zo een geleidelijke overgang.

En hier staat het eindresultaat. Met de schuifjes vergelijk je de foto met het origineel. Het voordeel van een masker met verloop ten opzichte van los gummen is dat je gemakkelijker een groter stuk van de foto maskeert/verbergt. Bovendien krijg je vaak een mooie, zachte overgang. Dat een deel van de zandduinen ook nog donkerder is geworden, stoort niet. Had je dit met het gummetje gedaan, dan vereiste het een verminderde dekking van het gummetje, omdat het anders teveel opvalt.

Laagmasker even uitzetten

Wil je even controleren wat het effect van de aanpassingslaag was zonder het laagmasker? Klik dan met je rechtermuisknop op het laagmasker en kies Laagmasker uitschakelen. Er staat nu een rood kruis door het laagmasker, tijdelijk wordt het effect dus overal doorgelaten. Om het laagmasker weer aan te zetten klik je er weer op met je rechtermuisknop.

Rechtermuisknop > Laagmasker uitschakelen in Photoshop

Rechtermuisknop > Laagmasker uitschakelen.

Het rode kruis betekent dat het Photoshop masker tijdelijk uitstaat. Het effect van de aanpassingslaag wordt dus op de hele foto doorgelaten.

Het rode kruis betekent dat het masker tijdelijk uitstaat. Het effect van de aanpassingslaag wordt dus op de hele foto doorgelaten.

Kleur aanpassen: Lightroom versus Photoshop

In Lightroom kun je in de foto specifieke kleuren aanpassen met de functie HSL. In het programma zijn er verschillende mogelijkheden om effecten over een specifiek of losstaand deel van de foto te doen, maar voor HSL geldt dit niet. De aanpassing gebeurt altijd over de gehele foto. Best lastig, als je een t-shirt van blauw naar paars wilt maken, maar dat de persoon die je fotografeerde ook toevallig blauwe ogen heeft (die dus paars worden!). In dat geval biedt een masker in Photoshop dus uitkomst.

 

Hier zie je welk masker toegepast is om ervoor te zorgen dat de kleuraanpassingen alleen op het shirt van de jongen toegepast werd, en niet op de rest van de foto.

Hier zie je welk masker toegepast is om ervoor te zorgen dat de kleuraanpassingen alleen op het shirt van de jongen toegepast werden, en niet op de rest van de foto.

Toeristen uit de foto gummen

Maskers hoef je niet per se te gebruiken bij een aanpassingslaag. Het kan ook als je twee foto’s over elkaar zet. In het artikel over het werken met lagen gaf ik als voorbeeld hoe je toeristen uit de foto’s haalt. Daarvoor heb je twee foto’s nodig die op exact dezelfde plek (en met dezelfde belichting) gemaakt zijn. Beide foto